lege kamers – kid-lee vermaase

Brekend, golven van koele lucht,
Op het huis stuk met een zucht.
Ik zit in een kamer, geheel alleen.
Ginder hoor ik jou. Waarheen
Ga je, blootsvoets, met stille stappen?
Je masker hangt nog ergens langs de trappen,
Boven sporten, steile treden hoog;
Naast deuren tussen vage verlichting,
Verstopt in schemering; de kentering
In je schreden, aan de gene zijde,
Weg van mij, de kamer die ik benijde
In.

Hemelnat spat tegen geruite ramen
Van een ruimte waar we tezamen
Wijnen ontkurkten, op ’t tapijt neerhurkten
En vlammen voelden in lijf en leden.
Ik staar, doe stappen, kijk langs de treden:
Hoor ik jou daar? Zit je wat te doen?
Ik hoor je denken, volg je terug naar toen;
Langs de sporten en glad gelakt hout,
Zie ik even je gezicht, mij zo vertrouwd.
Sloffend schuif ik terug een kamer in,
Verlangend te verklaren dat ik je bemin.
En als kaarsen doven, hemel blijft luisteren,
Dan zal ik je morgen weer mijn hart toefluisteren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK