1. Ga nooit alleen zaken doen.
2. Laat het huis taxeren door een onafhankelijke taxateur.
3. verkoop eerst je oude huis voordat je een nieuw huis koopt.
4. Zorg dat je niet meer leent dan je kan dragen.
5. Praat alles goed met elkaar door.
Bij punt 1:
Neem een vertrouwd persoon mee en let samen goed op wat er gezegd wordt en geschreven staat (vooral in de kleine lettertjes), laat je niet onder druk zetten en gebruik je verstand, wat de ene niet weet of ziet dat weet of ziet de ander misschien wel, want twee weten altijd meer dan één.
Bij punt 2:
Geloof niet zomaar de verkooppraatjes van de verkoper, maar laat een buitenstaander die verstand heeft van zaken de woning zo precies mogelijk taxeren.
Bij punt 3:
Tref een overgangsregeling met de koper van je oude huis op het moment dat je naar een nieuw huis toegaat. Eventueel kan je ook in de vrije sector huren.
Bij punt 4:
Hou rekening met eventuele extra kosten door de geboorte van een kind of kinderen, ziekte, ontslag, het wegvallen van de naaste of onderhoudskosten aan het huis.
Bij punt 5:
Zorg dat je van elkaar weet waar je aan toe bent bij verschillende denkbare situaties. Zeker weten is altijd beter dan achteraf zeggen: Had ik het maar geweten. Je moet goed beslagen ten ijs komen, dus wees er op voorbereid dat het soms nog wel eens tegen kan zitten.
Resultaten voor het trefwoord je
Onze basis behoeften zijn ons algemeen belang. Heb je voor een prive belang geld nodig dan heb je daar van de gemeenschap geen recht op, heb je voor het algemeen belang geld nodig, dan heb je daar van de gemeenschap juist wel recht op. In het systeem zonder bonnetjes zijn er geen toeslagen, lidmaatschapkosten, administratiekosten, aftrekposten, premies, leges, eigen risico, eigen bijdrage en accijnsen meer. Enkel en alleen nog vijftig procent belasting over alles wat je ontvangt en uitgeeft. Elke verdiende euro levert op die manier vijftig euro cent voor de gemeenschap op, waarmee wij allen in onze basis behoeften “gratis” worden voorzien.
De ondergrens voor iedereen wordt niet bruto “nul” euro, maar het bruto onvoorwaardelijk basisinkomen, bijvoorbeeld bruto “duizend” euro, “vijfhonderd” euro netto.
Alles wat je er door werken netto bij verdiend is voor eigen besteding. Je wordt ook niet meer per uur betaalt, maar per hoeveelheid verricht werk. In eerste instantie ben je zelf verantwoordelijk voor je werk, maar je werk wordt ook gecontroleerd door de gemeenschap. Ik controleer mezelf en ik laat me controleren. Kassa’s krijgen een blackbox die de omzet registreert en gecontroleerd wordt door een belastinginspecteur. Mensen die diensten verrichten moeten hun orders in een mobiele blackbox bevestigt laten worden door de klanten, daarna moet de klant diegene die de dienst verricht heeft pas betalen.
De informatie van de blackboxen wordt in de blackbox en ook op het internet opgeslagen, zodat de informatie niet verloren kan gaan. Klanten krijgen een persoonlijke handtekening-pen met een digitale lasercode die de order van diegene die de dienst verricht bevestigt. U betaalt dus met uw identiteit.
De handtekening-pen of betaalpen herkent de werkelijke gebruiker en is alleen te activeren door de werkelijke gebruiker, dit stukje inbreuk in de privacy is om fraude en misbruik te voorkomen.
De woonlasten worden inkomensafhankelijk, Iemand mag en moet niet meer dan twintig procent van zijn of haar netto inkomen betalen aan de woonlasten, dit om te voorkomen dat scheefwonen ontstaat, dat mensen te veel of te weinig aan het bewonen van een woning betalen.
Er is een complot van velen tegen een enkeling
die ondergaat in een massa verstekelingen.
De boot vaart op volle zee en het water raakt op.
De boot loopt vast. De verstekelingen stappen uit.
De enkeling loopt mee. Ze lopen naar het land.
Het land staat onder water. Het land loopt leeg.
Er is een eiland voor de haven. Op het eiland
slaan de verstekelingen tenten op. De enkeling
blijft waakzaam. Hij slaat de sterren gade.
Je weet nooit wat sterren doen. Ze stralen.
Ze vallen als hun tijd gekomen is. Maar
waken. Blijf waken. Zet de maan wat lager
neer. Hou je vast als enkeling dat het beter
wordt en later, alsmaar wordt het later.
In de kern houden ze van je,
op je schouders kijken ze mee,
je overleden vrienden, voorouders, geliefden,
ze zien dat je niet feilloos bent,
dat je soms fouten maakt,
ze voelen het, ze weten het best,
maar dat geeft niet,
dat geeft echt niet,
oordelen doen ze niet,
nee, dat laten ze over
aan de rest.
Je kunt een kus niet uitvegen,
evenals de droom op mijn netvlies,
jouw manier van kijken,
mijn manier van leven.
Je kunt een kus niet uitvegen.
Vergeef me mijn gemis,
dat ik mezelf gek waan,
dat ik mij dikwijls
in jouw armen
verlies.
De bodem was bereikt
het gat, was geen gat meer
iets wat we accepteerden
eigenlijk nooit zo geweest was
gewoon geen onderdeel van deze aarde
waarvan je wist dat het er niet was
uitgehold, uitgesleten
een veelste rustig niets
alles was missen
tot zij jou zag, het gat zag
wat het betekende
alles was missen
voor haar, voor mij,
voor iemand
of iets.
een merel zong Ständchen, een alt iets
over een heide, stil en zo ver
harmonie en dissonant in een duet
dat een engelenkoor overtrof
afgunst besloot dat iemand moest boeten
en de film opnieuw zou draaien
te beginnen bij de introductiescène
alsof alles nog pas gisteren was
de draden slijm toen je huilde
of ik dan niet meer van je hield
en het juist was omdat ik zoveel om
je gaf, maar zeggen kon ik het niet
het nachtenlange zwerven
door lege straten en langs havens
van drank naar rood licht, bij vlagen
wetend dat ik mij niet aan moest stellen
en steeds weer het onvermijdelijke
van niet tot daden overgaan
wat ik al die tijd van binnen
wel had geweten
Om je superieur te voelen heb je alleen mij nodig.
Peter de Groot
Het was gedaan
en de kaas stond op tafel.
Eens was alles eenvoudig.
Zoiets als een grote tuin
met allerlei soorten dieren.
Schilfertje voor schilfertje
brokkelt de beschaving af.
Telkens als je dacht:
ja het is er,
het komt goed. –
Stonden er weer tanden op de wacht.
Op de wacht voor oorlog.
bij het havenhoofd dreven woorden
als spiegelbeeld van lome meeuwen
voor mij en de vissen
maar pakken kon ik ze niet
met vier was ik blij geweest
genoeg voor een mooie zomerdag
of een ander leven
ik bleef een vis op het droge
je wees mij een tanker aan en zei
kijk, die komt van waar
albatrossen zweven in de zon
samen gezien in de bioscoop
wat moet ik met albatrossen
en zweven in de zon
als ik met jou zinken wil
naar de diepte van de oceaan
ik knikte en zei: over een kwartier
moeten we binnen zijn
sloeg mijn vleugels uit en zocht
gezelschap bij de meeuwen
Recente reacties