Resultaten voor het trefwoord tussen

genoteerd, niet genoemd – iniduo

het lijkt verdomme wel
of ik ben opgegroeid tussen witte jassen;
altijd pogingen een wankel evenwicht te verruimen
of bezig lege bladzijden te vullen
met opgeraakte gedachten

het moet geen obsessie worden
geen ontworteling van maangewassen
dan liever op pad met dode paarden
die niets zeggen terwijl de levenden
op ontknaping van gemis wachten

waarom leest niemand wat er staat?
ik dacht aan een hardnekkig misverstand
zoiets als korsten van honger
achtergebleven in vette pannen; onaanraakbaar
voor schurende ogen langs hemelgewelven

men zei mij met beide benen te dansen
in een soort luchtledig dan
hoewel met gesloten beurs beklonken
hoef ik niet meer zo nodig
onder valse hoop te bedelven

ach, ik leef door ogen,
vensters van kinderlijk genoegen
Komen er nog meer kansen?

kathleen – jacob van schaijk

ik verdraag die stem niet meer
heb hem begraven
onder flarden ochtendnevel

toch resoneert hij nog
een enkele maal tussen
mijn navel en mijn strot

als ik met een vinger
de toetsen streel
of schuinweg met een nagel

tast in mijn ingewanden
naar waar zij op naaldhakken
Kindertotenlieder zong

bijvoegelijke bepalingen van mededogen – gerard scharn

wie het na zijn sterven verder brengt
dan de obligate schoenendoos vol foto’s
krijgt het eeuwig leven op een boekenplank
temidden van recht- en scheefgelezen ruggen

begraven tussen voor- en achterplat
aangevreten door de houtwormkever
verdwijnt een oeuvre meestal ongelezen
tot stof vergaan door enkel tijdsverloop

de paddenpoel – elsje de wit

ik kijk niet graag of schichtig achterom
de villa die er net nog stond, lijkt op een oude dame
kermend in haar houten jas
zo hol van binnen

doorgaans een even aantal passen lopen
met je handen in je zakken
naar de paddenpoel
de langgerekte tuin in

dan merk je ook waarom
de grote wijzers langzaam om het kroos heen draaien
en wegtrekken tussen het struikgewas

wacht hier

laat mij het beeld kapot slaan
van de pad die destijds naar lucht zocht
op het randje van aarde en water
waarna hij uiteenspatte op gras dat groen was

essay – robert kruzdlo

hoe dieper je graaft
herinnert het kinderoog
kan zelfs een microscoop
niet onthullen wat
te zien is in je brein

rede blind ogen zing
lang leve de wetenschap

ook computers helpen niet
om meer te zien dan
een FMRI regenboog
kleurige elektravelden
het kwantum trillen doet

stom blijft de mens
verliest de logica zijn kunst

klinkt er snaarmuziek
een onbekend deeltje God
een entropie botst
stil in mythe vangt

vlucht ik terug
in mijn logica
voordat niets meer overblijft
dan wat tussen uiterste blijft

– wat ik nog steeds bemin is
dat wij blijven kijken met
de ogen van een kind.

prille liefde – jan holtman

we waren te jong om brommers te kieken
roken deden we nog niet in het fietsenhok
de oud papiercontainer vullen was iets voor
jongens, jij borduurde voor het goede doel

alles ging naar het Wereld Natuur Fonds, voor
het przewalskipaard, de chimpansee en de
blauwe vinvis, omdat onderwijzers ons dat
hadden wijs gemaakt, borduurde jij en zocht

ik sigaretten en seksboekjes tussen oud papier

er is een verband tussen nachtelijke yoghurtpotten en wildebeesten – delphine lecompte

Er is een verband tussen nachtelijke yoghurtpotten
En nijlpaarden
Ik zal het uitleggen:
Er is een fotograaf in mijn leven gekomen
Toen zijn moeder nog leefde was hij avontuurlijk
Hij trok naar het Zuiden van het meest letterlijke continent.

Zijn moeder vergezelde hem
Ze werd verliefd op een cobraschilder
Die eigenlijk een kind was
Ze werd vermoord door zijn vader
Die eigenlijk zijn pooier was
Met een kaasschaaf werd ze vermoord
Het was een cadeau van een diplomaat.

Na de moord op zijn moeder
Met de diplomatische kaasschaaf
Keerde de fotograaf terug naar Deerlijk
Het klinkt poëtisch
Maar het is vooral saai en hard.

In Deerlijk verzorgt hij overdag
Zijn bedlegerige vader
Zijn vader heeft een kunstmatige opening
En drie muzikale sondes
Zijn lievelingssonde noemt hij Zazie naar Queneau.

’s Nachts werkt de fotograaf in een zuivelfabriek
Zijn collega’s lachen hem uit
Omdat er in zijn kledingkastje foto’s hangen
Van uitgemergelde wildebeesten
En provocerende meerkatten
‘Rira bien qui rira le dernier,’ prevelt hij wanneer de rijstpap passeert.

In mijn leven is een fotograaf gekomen
Ik hoop dat hij ophoudt
Met het trekken van mijn boller wordend gezicht
Bol en bitter spuw ik yoghurt
Naar de lens
Hij heeft de yoghurt niet gecreëerd.