het lijkt verdomme wel
of ik ben opgegroeid tussen witte jassen;
altijd pogingen een wankel evenwicht te verruimen
of bezig lege bladzijden te vullen
met opgeraakte gedachten
het moet geen obsessie worden
geen ontworteling van maangewassen
dan liever op pad met dode paarden
die niets zeggen terwijl de levenden
op ontknaping van gemis wachten
waarom leest niemand wat er staat?
ik dacht aan een hardnekkig misverstand
zoiets als korsten van honger
achtergebleven in vette pannen; onaanraakbaar
voor schurende ogen langs hemelgewelven
men zei mij met beide benen te dansen
in een soort luchtledig dan
hoewel met gesloten beurs beklonken
hoef ik niet meer zo nodig
onder valse hoop te bedelven
ach, ik leef door ogen,
vensters van kinderlijk genoegen
Komen er nog meer kansen?
Recente reacties