Onze basis behoeften zijn ons algemeen belang. Heb je voor een prive belang geld nodig dan heb je daar van de gemeenschap geen recht op, heb je voor het algemeen belang geld nodig, dan heb je daar van de gemeenschap juist wel recht op. In het systeem zonder bonnetjes zijn er geen toeslagen, lidmaatschapkosten, administratiekosten, aftrekposten, premies, leges, eigen risico, eigen bijdrage en accijnsen meer. Enkel en alleen nog vijftig procent belasting over alles wat je ontvangt en uitgeeft. Elke verdiende euro levert op die manier vijftig euro cent voor de gemeenschap op, waarmee wij allen in onze basis behoeften “gratis” worden voorzien.
De ondergrens voor iedereen wordt niet bruto “nul” euro, maar het bruto onvoorwaardelijk basisinkomen, bijvoorbeeld bruto “duizend” euro, “vijfhonderd” euro netto.
Alles wat je er door werken netto bij verdiend is voor eigen besteding. Je wordt ook niet meer per uur betaalt, maar per hoeveelheid verricht werk. In eerste instantie ben je zelf verantwoordelijk voor je werk, maar je werk wordt ook gecontroleerd door de gemeenschap. Ik controleer mezelf en ik laat me controleren. Kassa’s krijgen een blackbox die de omzet registreert en gecontroleerd wordt door een belastinginspecteur. Mensen die diensten verrichten moeten hun orders in een mobiele blackbox bevestigt laten worden door de klanten, daarna moet de klant diegene die de dienst verricht heeft pas betalen.
De informatie van de blackboxen wordt in de blackbox en ook op het internet opgeslagen, zodat de informatie niet verloren kan gaan. Klanten krijgen een persoonlijke handtekening-pen met een digitale lasercode die de order van diegene die de dienst verricht bevestigt. U betaalt dus met uw identiteit.
De handtekening-pen of betaalpen herkent de werkelijke gebruiker en is alleen te activeren door de werkelijke gebruiker, dit stukje inbreuk in de privacy is om fraude en misbruik te voorkomen.
De woonlasten worden inkomensafhankelijk, Iemand mag en moet niet meer dan twintig procent van zijn of haar netto inkomen betalen aan de woonlasten, dit om te voorkomen dat scheefwonen ontstaat, dat mensen te veel of te weinig aan het bewonen van een woning betalen.
Resultaten voor het trefwoord ik
Mensen met een hypotheek huren eigenlijk een huis van de bank, mensen met een zorgverzekering betalen eigenlijk extra belasting.
Het zou beter zijn als het hier een ander systeem was, dat je niet meer alles moet aanvragen en bewijzen met bonnetjes.
Er is veel schaamte, laag geletterdheid, onbegrip. Mensen durven niet aan de bel te trekken. Raken tot de lippen aan het water en begaan fouten om maar niet
te verzuipen.
Ik stel een systeem voor zonder bonnetjes, waarbij iedereen 50 % belasting aan de gemeenschap betaalt en dat iedereen wat hij of zij daadwerkelijk echt nodig heeft, er gewoon gratis voor terug krijgt. De gemeenschap heeft daarmee dus de verantwoordelijkheid voor zijn of haar inwoners, zodat iedereen gezond, geschoold, schoon en veilig over straat kan en kan leven, zodat iedereen op zijn minst:
– precies genoeg warmte heeft,
– precies genoeg te eten en te drinken heeft,
– precies genoeg onderdak heeft,
– precies genoeg hygiëne heeft,
– precies genoeg genezen wordt,
– precies genoeg verzorging heeft,
– precies genoeg onderwijs heeft,
– precies genoeg beschermd wordt,
– een identiteit en identiteitsbewijs heeft,
– elkaar precies genoeg vertrouwt,
Een onafhankelijk persoon uit de gemeenschap met precies genoeg verstand van zaken kan bij elke situatie beoordelen en controleren of iemand daadwerkelijk echt iets nodig heeft en er dus daadwerkelijk echt recht op heeft, dit laatste is om te voorkomen dat er misbruik van het nieuwe systeem gemaakt gaat worden.
Het nieuwe systeem werkt zowel op kleine schaal (3000 inwoners) als op grote schaal (6 miljard inwoners) en kan op elk moment, na volledig geïnformeerd overeenstemming, geïmplementeerd en toegepast worden.
Je kunt een kus niet uitvegen,
evenals de droom op mijn netvlies,
jouw manier van kijken,
mijn manier van leven.
Je kunt een kus niet uitvegen.
Vergeef me mijn gemis,
dat ik mezelf gek waan,
dat ik mij dikwijls
in jouw armen
verlies.
Betreft: Winstverbod en 50% belasting op alles wat men ontvangt en uitgeeft, voor iedereen.
Geachte lezer,
Naar aanleiding van het feit dat men in Nederland 5 tot 6 procent rente over de hypotheek op de woning betaalt en dat de hypotheekrente bij de belasting aftrekbaar is, schrijf ik u.
Het is alsof god en de duivel elkaar de hand hebben geschud en ergens op aarde ooit een muntje hebben neergelegd en met elkaar de weddenschap hebben afgesloten dat de mens wel of niet verantwoordelijk met het geld om kan gaan. De duivel zei dat we het niet kunnen en god zei natuurlijk dat we het wel kunnen.
Het huidige economische systeem zit scheef in elkaar, we weten niet eens hoeveel geld er daadwerkelijk op de wereld aanwezig is en er blijft veel geld bij de banken steken waar eigenlijk de gemeenschap recht op heeft. Rente vragen mag, louter en alleen om de kosten te dekken.
Doordat banken winst maken op de rente en dat geld niet terugkomt bij de gemeenschap ontstaat er een financieel gat die de dingen duurder maken en de lasten zwaarder. Zo kost een woning in Nederland door de winstmakende rente van de banken vaak meer dan dat de woning daadwerkelijk waard is, waardoor scheefwaarderen ontstaat en mensen als slaven moeten werken om het hoofd boven water te houden.
Om deze vorm van moderne slavernij door de banken tegen te gaan stel ik voor dat er een winstverbod komt en dat iedereen 50 procent belasting gaat betalen over alles wat men uitgeeft en ontvangt, zodat het geld wat aan de gemeenschap toebehoort daadwerkelijk terugkomt bij de gemeenschap, mensen gezond en opgeleid zijn, mensen in een schoon en veilig milieu leven en mensen gewoon genoeg inkomen hebben om te kunnen leven en niet te hoeven overleven, en dat het geld van de gemeenschap weggehaald wordt bij de banken die dat geld nu hebben door de veel te hoge rente die zij rekenen, die veel meer is dan de daadwerkelijke kosten van het uitlenen van het geld alleen.
In afwachting van uw antwoord hoop ik u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.
een merel zong Ständchen, een alt iets
over een heide, stil en zo ver
harmonie en dissonant in een duet
dat een engelenkoor overtrof
afgunst besloot dat iemand moest boeten
en de film opnieuw zou draaien
te beginnen bij de introductiescène
alsof alles nog pas gisteren was
de draden slijm toen je huilde
of ik dan niet meer van je hield
en het juist was omdat ik zoveel om
je gaf, maar zeggen kon ik het niet
het nachtenlange zwerven
door lege straten en langs havens
van drank naar rood licht, bij vlagen
wetend dat ik mij niet aan moest stellen
en steeds weer het onvermijdelijke
van niet tot daden overgaan
wat ik al die tijd van binnen
wel had geweten
De rust vertraagt het denken,
laat me mezelf zijn,
als ik niet anders kan.
ze zeiden dat de oude man
die op de hoek van de
Sam de Wolffstraat woonde
kinderen ving om ze voor de
duvel te laten dansen
ik fietste voor het eerst
zonder zijwielen
tegen de koplamp op
van zijn eend
hij tikte tegen de ramen
’s avonds stond hij
in onze woonkamer
en moest ik
uit bed en in mijn pyjama
zeggen wat ik had gedaan
met mij en dansen
is het nooit goed gekomen
de dood van een
achterneefje en achternichtje
van wie ik daarvoor
nog nooit had gehoord
zij kropen tijdens het hooien
boven op de wagen
en raakten verstikt
mijn moeder kocht een kaart
voorop in grijs twee ranke korenaren
bijeengebonden met een zwierige strik
rondom gestippeld in een kader
ik postte de kaart nooit
jarenlang verstopte ik het tussen
mijn kussen en de sloop
gebruikte het nog later
als boekenlegger
en als herinnering
aan de gekte van mijn moeder
bij het havenhoofd dreven woorden
als spiegelbeeld van lome meeuwen
voor mij en de vissen
maar pakken kon ik ze niet
met vier was ik blij geweest
genoeg voor een mooie zomerdag
of een ander leven
ik bleef een vis op het droge
je wees mij een tanker aan en zei
kijk, die komt van waar
albatrossen zweven in de zon
samen gezien in de bioscoop
wat moet ik met albatrossen
en zweven in de zon
als ik met jou zinken wil
naar de diepte van de oceaan
ik knikte en zei: over een kwartier
moeten we binnen zijn
sloeg mijn vleugels uit en zocht
gezelschap bij de meeuwen
Jammermannen rammen
storm dronken winter worst
in mijn apparaat
maar ja, ik droom
oranje bitter perzik naakt
van geur nacht sap
vrij dan vogel
land aan schoonheid
lust je
geen prachtpaar waar
ik melk uit schenk
kus jouw licht spel
met je blik
op mijn roodborst
toe lik deze roos van vlees
spuit mijn verdriet mooi vol
kaap haar, zeg maar
slaap blauwoogje
Recente reacties