van mij – adriana kingma
Met mijn ogen dicht
en mijn vingers in mijn oren
loop ik de drukke weg op.
Als ik ongedeerd de hoek omsla
staan er honderd bloemen
hard te roepen in de tuin.
Niemand weet dat ze daar groeien
omdat er in de grond
wel vier konijnen liggen.
Daar bij dat huis
waar nu vreemden wonen.
De vloeren zijn er aangestampt
met mijn eerste stappen
En boven ruik je mijn dromen nog.
Ook al hebben ze alles wit geverfd.
Laatste regel is de kers op de taart.
Sterk die laatste alinea’s!