Deze voorstelling is een portret van een snoeshaan
Een man die ik herken
maar toch, weer vergeten
Klein
van zijn stuk zit hij verstopt
achter zijn snaren
Hij beroert ze zacht en mij
laat hij achter met open jas en ongekamd
Het was vroeger, hij zong
te vroeg
leed zijn leven
en dronk zijn ruggengraat waterpas
In een krant stond zijn dood geschreven
Hij viel eindelijk samen
Met een schaduw in zijn schoen verzon hij mij
met een zoon en man en het rode fietsje in de gang
Wat een mooi gedicht!
Dankjewel Jacob!
s c h i t t e r e n d !!
wat een beeld schilderdrink je hier!!
chapeau
Dankjewel!
dit heeft wel iets, maar mist ondanks het beeld van het portret toch wat duidelijkheid.
Pallas, bedankt voor je feedback. Misschien is duidelijkheid niet altijd een toegevoegde waarde bij het mooi vinden. Maar dat is mijn bescheiden mening.
je schrijft zelf over ‘herkenning’., mensen hebben duidelijkheid, zekerheid nodig om iets te kunnen accepteren als hun ‘eigen’, althans dat is mijn ervaring.
NB. Taalkundig klopt volgens mij de regel,
‘Een man die ik herken
maar toch, weer vergeten’
niet, omdat je begint in de ik vorm en eindigt in de meervoudsvorm.