Deze voorstelling is een portret van een snoeshaan
Een man die ik herken
maar toch, weer vergeten
Klein
van zijn stuk zit hij verstopt
achter zijn snaren
Hij beroert ze zacht en mij
laat hij achter met open jas en ongekamd
Het was vroeger, hij zong
te vroeg
leed zijn leven
en dronk zijn ruggengraat waterpas
In een krant stond zijn dood geschreven
Hij viel eindelijk samen
Met een schaduw in zijn schoen verzon hij mij
met een zoon en man en het rode fietsje in de gang
Recente reacties