een soort zappen – hans goudart

Op TV zie ik een meisje
Engelengezichtje in een vluchtelingenkamp
Ze zit te tekenen
Een hulpverlener maakt een praatje met haar
Ze tekent ‘een weg’ vertelt ze
Over de weg komt een colonne tanks aangerold
Waar gaan ze naar toe, wat gaan ze doen ?
Ze gaan ons huis kapot schieten
Of ze er vaak aan denken moet ?
Ze droomt er van
Heel vaak,
elke nacht.

Ik heb meer tranen dan ik dacht.

In mijn geheugen valt een luikje open
mijn gedachten gaan naar 40-45
Letterlijk onder de grond
mijn vader en mijn ooms kaartend, pratend,
lachend, drinkend
Tussen de kieren door van het parket
stijgt hun sigarettenrook de kamer in

Jaren voordat ik geboren werd
maakten mensen er al lang het beste van
Liefde is de druppel die
het tranendal doet overlopen

Plotseling paniek: Moffen in de buurt
Er dreigt huiszoeking, een inval
Mijn tantes manen stampvoetend tot stilte,
leggen de onderduikers een rookverbod op,
steken zelf sigaretten aan.

Aneline-potlood…
Mijn broertje zit te tekenen
Vellen vol vliegtuigen, vliegtuigjes
sommige rokend en brandend
Een van de soldaten maakt een praatje met hem,
wijst een neerstortend toestel aan,
vraagt ‘Waar komt het vandaan ?’
Het antwoord van mijn broer:
Op de staartvin en de vleugels
voegt hij kleine hakenkruisjes toe.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Recente bijdragen

Recente reacties

Cookies?
Cookies = OK