dwaalsonnet – iniduo
Aan de horizon smelten zee en wolken samen,
langs grenzen van het oog, aan het zicht onttrokken.
Omdat zij daar een naderend stiltefront beramen
zullen spoedig tranen dwarrelen als vloeibare vlokken.
Als ik mijn oor te luisteren leg, voelen druppels zacht.
Verre regen klinkt als een knapperend haardvuur.
Vrijheid lonkt, die niet binnen maar buiten wacht.
Misschien is daarom vreugde maar van korte duur,
want wat innerlijk rusteloos vuur zoekt is nooit daar
waar glinsterende bomen schuilen voor de milde zon.
Hun bladeren werpen een schaduw op het heden,
als tonen zij dat gisteren naar herinnering is vergleden.
Is daar de plek waar deze reis ooit begon?
Zelfs dat weet ik niet, daarom vraag ik het maar.
Met alle respect voor dit gedicht: het is geen sonnet. Het heeft niet het metrum en de regellengte van het sonnet. (regels van 10 jamben bij staand rijm en van 11 jamben bij slepend rijm)
Correctie: geen jamben, maar lettergrepen. Zie http://www.hetvrijevers.nl bij “vormen”.
Als je het gedicht op die site plaatst, gaat iemand je vast uitvoerig uitleggen waarom het geen sonnet is. Dat is mij daar ook overkomen, wat ik overigens helemaal niet vervelend vond.
Bedankt voor de aanmerkingen. Wellicht heb ik me in het gedicht meer laten leiden door de zoektocht naar het onbegrensde dan door de regels van beperking. Ik zal me op de website van het vrije vers storten, een komische naam overigens in dit verband.