de kameleon die niet wilde verkleuren – pallas van huizen

Op het hoekje stond je al te wachten,
met zwarte spiegelogen op je voorhoofd,
de zon scheen gelukkig nog niet naar binnen.

Open deur, neo provo’s, petjes, capuchons,
mobieltjes, scooters, brommers en auto’s,
ik ken jou, jij kent ons.

Amerikaan, drie streepjes voor,
eigen boek, soms is soms.

Als alles, oud en grijs,
praten praten, praten,
de jackpot allang gewonnen,
en me nog blindstaren
op tien vierkante centimeter.

Ik wil platvoeten, bescheiden stappen,
je eigen bedoeling met de krant,
van Thailand tot Texel,
als de korte broek die roept om zomer.

Laat ze maar, laat ze maar, laat ze maar.
Laat ze maar hun gang gaan.

Ik kom en ga gewoon op de fiets.

Reageer