Resultaten voor het trefwoord wachten

kantlijnen – pallas van huizen

Sommige dingen vraag je niet
Praat je over in stilte
sommige dingen vraag je niet
weet je, omdat je moet wachten
sommige dingen vraag je niet
hou je voor je
omdat je van elkaar houdt

gezichtsverlies – ad den dolle

als je dan
geen reactie

al was het maar
vijf minuten

stil

geen likes duimpje
omhoog gewoon niets

je weet tijd
is relatief

dit is een
eeuwigheid

en wachten
je straf

ijdeltuit
je status

luldebehanger

de kameleon die niet wilde verkleuren – pallas van huizen

Op het hoekje stond je al te wachten,
met zwarte spiegelogen op je voorhoofd,
de zon scheen gelukkig nog niet naar binnen.

Open deur, neo provo’s, petjes, capuchons,
mobieltjes, scooters, brommers en auto’s,
ik ken jou, jij kent ons.

Amerikaan, drie streepjes voor,
eigen boek, soms is soms.

Als alles, oud en grijs,
praten praten, praten,
de jackpot allang gewonnen,
en me nog blindstaren
op tien vierkante centimeter.

Ik wil platvoeten, bescheiden stappen,
je eigen bedoeling met de krant,
van Thailand tot Texel,
als de korte broek die roept om zomer.

Laat ze maar, laat ze maar, laat ze maar.
Laat ze maar hun gang gaan.

Ik kom en ga gewoon op de fiets.

ikker – joost de jonge

I

zo zonder gedachten
ruisend in een open lucht
al te lang heb ik moeten wachten
in het duister, druipen grote druppels ik
rollend in een blozende leegte
van jouw zwijgende ontkenning
 
 
II

ondergronds werken zij met plezier
aan een gangenstelsel
een minuscuul dier dat jouw bloed drinkt
vele poorten en tunnels, een stelsel van verbindingen
hier een begin daar een einde
poppen, ’t minnespel bedrijven
buiten in het bos
ooievaar staat stilzwijgend
met z’n bek tussen ’t verendek
een hinde ijlt
’t verwaaiende bos in
je weet heel goed,
dat niets zal beklijven.
 
 
III

ondanks dit al
verlucht jij het leven
door een kostuum in ruiten gedreven
poekelen wij met z’n allen
een verloren gezelschap
aan de vooravond
van het poezelig echec
ikker, is dat meer ik?
je hoopt ’t wel, natuurlijk,
’t is beter van niet
kon ik maar voorkomen
dat jij niet jij ook sterft van verdriet

wachten op het duizendste uur – maaike klaster

1.
 
Verliefd zitten wachten op iemand die je nauwelijks kent,
maar die je als enige op aarde binnenstebuiten wilt keren
om steeds opnieuw te leren kennen, die je als een lange, warme
jas wilt dragen om aan de rest van de wereld te laten zien:
Kijk, hoe mooi!, terwijl diegene vanuit de binnenzak van die jas
mee kan kijken, lachend gesprekken met je voert die verder
niemand kan horen, doet je beseffen hoe godvergeten alleen, nee
zeg maar gerust eenzaam je bent geweest, maar dat ook dat nu
niet meer uitmaakt. Waarom duurt dat wachten dan zo lang?
 
 
2.
 
Iedere seconde die nu wegglijdt als één van de stromende
korrels in een zandloper is een seconde die wij nooit meer
samen zullen meemaken. Heb je daar aan gedacht? Volgens
mij is tijd één van de kostbaarste geschenken op aarde, maar
zonder liefde juist weer het tegenovergestelde waard.
Waarom bel je me niet?
 
 
3.
 
Me klem zuipen, straalbezopen op straat gaan liggen en me door de
eerste de beste vrachtwagen dood laten rijden, lijkt me een betere
optie dan dit stille doodbloeden. Jij bent echt een heer die weet hoe
hij een dame moet schaken.
 
 
4.
 
Er is zoiets als het eind van je Latijn. Wanneer heeft iemand dat
bereikt? Ik begin er een redelijk goed beeld van te krijgen.
Jij zult er in ieder geval niet bij zijn. Hoe houd jij het eigenlijk uit?
Wacht, natuurlijk, jij zit niet al anderhalve eeuw in je eentje thuis
al het werk te doen. Jij was bezig de wereld rond te reizen zonder
mij. Goed dat ik dat weet.
 
 
5.
 
Moe? Ik? Ik weet niet wat dat is, maar ik zou wel graag zeshonderd jaar
willen slapen, steeds op en neer in de tijd. Honderd heen en honderd terug,
om daarna gewoon weer hier op dit punt uit te komen. Of nee, liever
zeshonderd min één dag, want ik heb lang genoeg op jou gewacht. Dat
betekent dat als ik nu vijfhonderdnegenennegentig jaar op een neer ga
slapen, ik morgen uitgerust weer wakker word en precies op tijd ben om
jou in je gezicht te slaan als je tegen die tijd nog steeds de telefoon niet
hebt opgepakt. Dan moet je wel eerst langskomen. Begrijp je wat ik zeg?
 
 
6.
 
In het echt ben ik veel leuker, omdat je dan (iedereen die preuts is
aangelegd nu even de andere kant opkijken) mijn kut van dichtbij
mag zien. Meer verklap ik niet. Je zou het waarschijnlijk niet zeggen,
maar ik ben uitermate gesteld op mijn privacy. Dan weet je dat alvast.

het moet maar eens – frido welker

het moet maar weer eens gaan waaien
in de haven liggen de schepen stil
ze wachten,
het is een binnenhaven van een stad
die niet meer aan zee wou liggen
of de zee niet meer aan hem
liet knuffelen, het maakt ze niets uit
wind is waar de schippers op wachten

ze hebben vaker gewacht
als ze aan land waren op de zee
en als ze op zee waren, dan
ja dan op land

ze hebben vaker gewacht
op bier in vergeten kroegen overzee,
proostend nog voordat er bijgeschonken was
als er maar gelachen werd

ze moesten wachten op een vrouw
ze konden niet kiezen want er was er geen
en als er eindelijk één was
die langer bleef dan een nacht
dan leerde ook zij wat wachten was

sommigen moesten hopen
dat er vis was aan het einde van dag
dat de netten zouden glinsteren van het zilver
en blauw, spartelend, en dan gauw
terug naar land

gerimpeld kijken ze uit
verankerd liggen hun herinneringen

zoveel wachtende dagen – elize augustinus

Hoeveel wachtende dagen;
vandaag weer in de rij?
Ratelend- tollend-bonzend
hart-denken wij?

Op de rubberen zwarte kassaband glijdt luilekkerland aan ons voorbij, terwijl
we wachten, wachten in een lange rij; tomaten, chocolade, cichorei, en de melk; Kookt in onze botten.

Hoeveel wachtende dagen;
morgen weer in de rij?
Er zijn nog zes
wachtende voor u, een

ogenblik geduld alstublieft,
twintig minuten galmen we muziek
onze smaak, of niet?
Klik, als je me nou! de lijn is dood
contact verbroken, en een vulkaan
in de hersenschors, genoeg voor vandaag.

Hoeveel wachtende dagen;
En wij; in een
steeds langere rij?

traditie – elize augustinus

De zilveren kandelaar
pronkt op de tafel van
notenhout, en al het
zilver gepoetst.

De messen en de
volken glimmen: links en
rechts.Rondom de borden
op het laken
van damast: en wij
er half onder.

Een speld horen vallen.
Wachten.
Het moment dat we een
toost uitbrengen
op het leven.

En kristal gaat zingen.
Muziek raakt ons
diep in het hart.
Afscheid nemen ook.