wat moeten we hier nog meer in zoekgeraakte hoeken
op tussentijdse grond terloops bij eb of vloed dan vloeken
wie houdt zijn handen thuis, hangt met kindontgroeiden rond
wie knoopt de lakens lang genoeg alsof wij al ongezond
hun blokken zijn aan been, wie maalt om ons, en komt op deze dag
ons niet met afgewende blik gedogen, nu we zelfs in boeken doven
en het binnenleven niet meer gaat, als we van alles niets meer mogen
buiten deze staat, naar zee zouden we wel willen, wij die niet te peilen
diep tot op het bot en laatst de zoute meisjes bleven
#Bennie *grinnik* ik begrijp het ‘in-op-bij’ van Ruud. De blokken laat ik aan het been.
Waarom ook geen blokken in een been? In? Ach, waarom ook geen klokken? Of stokken? Neen, meneer leest liever ‘blowen’. Natuurlijk! Maar gelukkig hoeft dat allemaal niet. Kate! Ben je daar nog?
Ruud, dank voor je reactie, die mij laat zien wat beter kan.
Titel in combinatie met het slot van de laatste versregel vind ik erg mooi gezet; zowel qua toon als inhoudelijk gezien; en de lucht die je daar de lezer geeft, graag ondergaan dat
Gedicht zelf verder vind ik dan toch wat zwakjes
Regel 1
Ik zou daar eerder een puntkomma verwachten
wat moeten we hier nog meer in zoekgeraakte hoeken
op tussentijdse grond terloops bij eb of vloed dan vloeken
wordt dan bijv.
wat moeten we hier nog meer; zoekgeraakte hoeken
op tussentijdse grond terloops bij eb of vloed dan vloeken
want het is nu zo in-op-bij
en soms valt een metrum te doorbreken; ik zal de muziekstukken niet hoeven te noemen waar dat ook blijkt
i.p.v. “in boeken doven” zou ik “in boeken blowen” liever lezen
waarom ook geen “blokken in een been”?
en dat hoeft allemaal niet, maar wat er nu wel staat is mij te weinig zeggend;
het schrijft allemaal wel, maar ‘t trekt niet door; te braaf in deze ook; denk ik,
vermoed ik, lees ik