Resultaten voor het trefwoord wie

† – marjon zomer

de dood van een
achterneefje en achternichtje
van wie ik daarvoor
nog nooit had gehoord

zij kropen tijdens het hooien
boven op de wagen
en raakten verstikt

mijn moeder kocht een kaart
voorop in grijs twee ranke korenaren
bijeengebonden met een zwierige strik
rondom gestippeld in een kader

ik postte de kaart nooit
jarenlang verstopte ik het tussen
mijn kussen en de sloop

gebruikte het nog later
als boekenlegger
en als herinnering
aan de gekte van mijn moeder

ruilverkaveling – iniduo

een man aan wie ik de weg vroeg
kwam met een voorbeeld
– ongevraagd
nu ben ik nog steeds onbedeeld

het kan raar lopen
langzaam te verdrinken in drijfangst
nog maar eens vragen dan?
de weg die krult is toch het langst

verderop zie ik de anderen dolen
hun adem doet echo’s uithollen
nog overmand door de slaap van gisteren
met hoofden die halsstarrig knikkebollen

ook ik droom wel eens
van hekken en wallen doorzagen
op onbewaakte overgangen
als gedrukte woordwaarden vervagen

en ik ken de naam van het uur niet
betwijfel inderdaad het nut van alweten
ook zij tasten in het duister
laat maar even zweten

nu het hoge woord eruit is
heeft het weinig zin te blijven hopen
en als ik eraan terugdenk
is het al met al raar gelopen

de hardnekkige kennelhoest van rené de touwslager met de wezelerectie – delphine lecompte

De oude kruisboogschutter klaagt: ‘Je schrijft constant over fellatio,
Maar het komt er nooit van.
We leven als onincestueuze imkerweduwnaar en nukkige imkerdochter!
In je gedichten pijp je touwslagers bij de vleet. Het is niet eerlijk…’
Het is waar, ik pijp de oude kruisboogschutter niet meer en het is harteloos van mij
Ik pijp niemand, ik bid en ik schrijf over fellatio in de geblokkeerde lift van een bakkerijmuseum.

Of in de geblokkeerde lift van een struisvogelkwekerij
Maar de ontvanger is altijd een touwslager
Wie zal hem verklaren? Hij heet alleszins René
Hij leest waarschijnlijk zelden het proto-evangelie van Jakobus
Hij kan niet goed een spaniël met hardnekkige kennelhoest imiteren.

René de touwslager kan niet goed een spaniël met hardnekkige kennelhoest imiteren
Maar hij doet het toch, wrokkig en verbeten
De erectie van René is groter dan een geïsoleerde wezel
Ooit of nooit werd ik door een geïsoleerde wezel gebeten
Natuurlijk gebeurde dit niet in de geblokkeerde lift van een bakkerijmuseum.

Het bijtincident vond plaats op mijn zeventiende verjaardag
In de geblokkeerde lift van een struisvogelkwekerij
Ik was niet aan mijn proefstuk toe, ik bedoel:
Net voor de wezelbeet had ik twintig pijpbeurten uitgedeeld aan twintig verschillende touwslagers
Het spijt me dat dit een vulgair gedicht moet zijn, het wordt erger.

Net na de wezelbeet heb ik nog eens twintig pijpbeurten uitgedeeld aan twintig vernieuwde Touwslagers, ze waren ongelovig en ze wisten niets
Ze wisten niets af van mijn verjaardag
En ze negeerden mijn bloedende hand
Omdat ze tijdelijk vergaten dat ik besmettelijk was.

vergeef mij, hoge niet bestaande entiteit – harry m.p. van de vijfeijke

Vergeef mij, hoge niet bestaande entiteit dat ik
een leven aan het winnen van de waan
van niet bestaande liefde wijd.

Een dag wordt getekend door de regels
en de afgeleide tekst zonder het vermoeden
van het ene allerlaatst gedicht
zal ik loos en ongekend onder een bemoste steen
ongeletterd als de rest eens worden bijgezet?

Wat drijft mij, hoog en niet bestaand gegeven, zeg het mij?
Is het de ooit te gulle moeder die mij erkende, zag,
en zacht in de verwende watten deed?

Is het de vader de mijn kleine botten staalde
en mij een windrichting indreef?

Is het de standaard van het eerste aangrijpen van een sterk verhaal
of de hang naar het sluimerend Platoonse areaal?
Wie sprak daar toch van aangepraat?

Ach, wellicht wil ik mij alleen maar laten horen,
in een nageboortig krijsen, nog altijd komend op verhaal.

Terwijl ik naar boven kijk en naar beneden hijg
waar gij almaar niet bestaand bent
en allerminst als entiteit verblijft.

Kruipend kras ik mijn dagelijkse regels in het slijk.

massaal – iniduo

te vroeg voor naweeën
mengen stemmen met de wind
te verstaanbaar voor ijlen

gekleed in afzondering
smoort een zucht
in het strooisel van verlatenheid

doch niemand vraagt hem de weg
aan de zoekende
in tastbare ommekeer

enige monden stuwen woorden
leunen langs gevels
naar ver, weg uit haperend zicht

waarom ook omarmen, beklemmen
als geheugen faalt
tot wie geen boodschap bracht

ja, er is vertier. Geen breedgedragen lach,
geen voorzichtige poging

mañana mañana – pallas van huizen­

Pallas was geen zwijger, noch sprak ik hem veel.­ Haar pessimisme tegenover de blauwe wolken en de rode maan, Pallas kon er niets aan doen, dat ik haar kende van voor het misbruik, sommige dingen groeien zo, en dat kan je haar niet kwalijk nemen, heb ik nog tegen Pallas gezegd.­ Maar nee, zij en Pallas zouden en moesten gaan samenwonen, ongeacht de financiële problemen en extra kosten, omdat het een servicewoning is met een heleboel overdadig groot onderhoud en een tuin waar niemand in durft te lopen.­ Maar goed, ik heb ze nog gewaarschuwd, maar zij en Pallas wilden niet luisteren en moesten na inlevering van 25% van hun totaal inkomen toch tot het inzicht komen dat samenwonen niet meer zo voordelig was in de nieuwe participatiemaatschappij.­ Nu zit Pallas tegenover mij, hij heeft ruzie met haar en kijkt televisie, ik denk niet dat ik hem vandaag nog op het idee kan brengen om ergens anders te gaan slapen, maar kijk hij heeft trek, misschien dat Pallas vanavond toch nog ergens anders beland, wie weet, wie weet, wie weet.­ Morgen zal ik zijn vriendin bellen.­

toevallige ontmoetingen – pallas van huizen

Als we het gepland hadden
hadden we het niet beter kunnen timen.­
Op de seconde nauwkeurig.­
Alsof god met me praat,
de duvel ermee speelt.­
Een plooi in de tijd.­
Alsof je weet
dat het gaat gebeuren.­
Wie of wat is hier toch
verantwoordelijk voor?
Ik weet het niet, ik weet het niet.­
Ik ben er nog niet uit.­

moeder aarde – sef parker

wie zich als hoer
laat gebruiken

kan moeilijk spreken
van verkrachting

laat echt alles
met zich doen

moet je kijken
hoe smerig

lozen gaat vanzelf
loopt de mond van over