Resultaten voor het trefwoord zoute

voor altijd loos – kate schlingemann

wat moeten we hier nog meer in zoekgeraakte hoeken
op tussentijdse grond terloops bij eb of vloed dan vloeken
wie houdt zijn handen thuis, hangt met kindontgroeiden rond
wie knoopt de lakens lang genoeg alsof wij al ongezond
hun blokken zijn aan been, wie maalt om ons, en komt op deze dag
ons niet met afgewende blik gedogen, nu we zelfs in boeken doven
en het binnenleven niet meer gaat, als we van alles niets meer mogen
buiten deze staat, naar zee zouden we wel willen, wij die niet te peilen
diep tot op het bot en laatst de zoute meisjes bleven

verhalen van derde etage – maaike klaster

1.

De geur van pizza in de vooravond,
God die naar me lacht.
Hoe kan ik al die mensen bedanken
die mijn hart in dat van hen bewaarden
toen het de stank van Satan was
die door de deur van mijn oven kroop?
Ik houd ze in mijn eigen hart en
wieg ze als een pasgeboren baby,
denk aan borsten vol met goede moedermelk
als ik de gesmolten mozzarella eet,
leef nog steeds.
 
 
2.

Ook al is dit een leren bank
in een kamer van een woning
op de derde etage, en heb ik
aarde onder mijn nagels,
ik zou zweren dat hier een zee
zat, dat al het zoute water dat
ik ooit zag, de Middellandse zee
vanaf de achterbank, in golven
over mijn lippen zou stromen
als ik mijn mond nu open deed.
Daarom schrijf ik het.
 
 

3.

CONCHITA

Misschien ben ik een schelp
en zing ik zachte liedjes voor jou
die alleen jij kunt horen
wanneer jij mij tegen jouw oor aanhoudt.
Luister maar. Daar ga ik al.

de recensent – ellen vedder

Hoe hij zich over mijn gedicht boog
de woorden van mijn karkas scheurde
rücksichtsloos zette hij zoute tanden
in gekronkel en trok mijn kleed in repen
vol als hij was van dienstbaarheid en zie

Daar stond ik als een nat katje te trillen
liet hem zijn neus in mijn buik drukken
ik wou al op de grond vallen, mij in de jus
van zijn schande rollen maar hij wees me
aan het werk, beter moest het, scherper

Vooruit! ik stak er het mes in, fileerde,
herschikte, vlocht zinnen, vloekte tranen,
spon een dicht uit vocht en ik kraaide
alles om op zijn fiat te dansen, hel,
wat pasten zijn touwtjes mij goed

je nekharen overeind – frido welker

stormen die gestreeld worden door libelle’s
slaan neer in een laatste zuchtje wind

als ik verder denk dan beelden
slaan de paarden harder op hol
en verder dan toen
met de indianen en Arendsoog en de slechteriken
die alleen maar stelen konden

als ik verder denk dan beelden
komt er opgelopen, eindelijk!, een model
dat einde van de catwalk overslaat

als ik verder denk dan beelden
slaat de zee neer in een zoute vlakte
met piramidevormige wolken erboven
die de maan prikken
en tegelijk dragen

behalve als er geen licht te spreiden is
want dan zijn de wolken stormen
stormen die snakken naar een streling
vertederend
onbaatzuchtig