Radioruis houdt me wakker en alert. Alarm in de vroege ochtend,
die ook een middag of zelfs een nacht had kunnen zijn. Maar wat is
het verschil? De zon schijnt altijd ergens. Recht in mijn gezicht, in
dit gedicht. Het vel papier weerkaatst zijn stralen zodat hij als onze
astronomische hemelvader aan mij laat weten dat hij niet is vergeten
hoe wij heten; de maan in zijn kielzog meeneemt. Hij schenkt haar
ons leven en zij lacht veel vaker dan jij dacht, want zonder die
weerkaatsing in de nacht zouden wij altijd zijn blijven slapen, nooit
in een mensenhuid zijn opgestaan. Vraag maar aan het water.
Reageer