Resultaten voor het trefwoord middag

mijn lief – jacob van schaijk

de lente was gemaakt van geuren en van jou
van klanken die je zong waren de dagen
en van de kleuren die je plukte was ons huis
we leefden een optelsom van kleine dingen

maar deze zomer zal het sneeuwen in de tuin
in augustus vriest het dertig graden
en de merels hebben warme truitjes aan
ze zingen een lied dat mij doet huilen

een late middag brengt getemperd licht
dat kaatst van een bevroren weide
felle striemen trekken langs de hemel
een donderen klinkt als in het concertgebouw

ik zal zwijgend zitten in een leunstoel
een lege naast mij hebben voor jou, mijn lief
van je aanwezigheid in geuren dromen
de magnolia in bloei zal een loflied zijn

herfstbladeren zullen vallen uit de kastanje
je naam staat geschreven op ieder blad
een briesje laat ze even zweven
een moment voor ieder woord dat sterft

december zal een maand van zachte regen zijn
een symfonie van druppels spelen op het dak
mijn kat zachtjes laten spinnen van begrijpen
van een weten dat het mensenhoofd niet kent

dan zul jij langzaam uit de nevel komen
mijn lichaam met vreugde binnendringen
warmte verspreidt zich vanuit aanvaarden
een kleine glimlach is mijn nalatenschap

boks en cel – delphine lecompte

In mijn douchecel denk ik zonder water terug
Aan Patrick de sentimentele ex-bokser
Met wie ik een jaar tezamen heb gehokt
Gehokt klinkt niet vriendelijk, het was nochtans paradijselijk
Ons jaar, onze nachten dronken op een bed dat kon verdwijnen.

Overdag klapte Patrick het bed de muur in
Dat is helemaal niet magisch
Gewoon een praktische uitvinding om plaats te besparen
We hadden ruimte, buiten lag de gelige kleverige wereld
Niet te wachten op zijn knuisten, noch op mijn lucifers.

Patrick gaf namen aan alle dieren die we tegenkwamen, mensennamen
Ik noemde de meeste mensen die ons pad kruisten beesten, wat ze waren
Na een jaar waren we uitgeteld (80 kippen en 167 deurwaarders)
Ik ben dan maar naar Moskou gegaan
Om onbevreesder te worden, en te werken in een angstloze lijmfabriek.

In Rusland heb ik de ex-bokser iedere middag opgebeld
Iedere middag klonk hij bezeten en/of verstrikt
Vaak verstrikt in de schaamlokken van een rosse garnalenpelster met een oorprothese
Maar dat wist ik al, dat Patrick meer dan 1 vrouw nodig had
En dat vond ik niet erg, in Moskou vond ik niets buiten Moskou vreselijk.

Tijdens mijn tweede maand in de lijmfabriek werd de ex-bokser doodgeschoten
Door zijn bloedeigen vader, niet in Oostende
Toch in een kuststad, zat de zoon, recht de vader
In mijn douchecel speel ik met water de geaborteerde boksfilm af.

beëlzebub – iniduo

Het is al één uur en ongemerkt middag, na nachten doorwaken
en verdwalen in letters op het toetsenbord. Gedachten dwarrelen
nog steeds binnen vanuit sterrenstelsels en gangen van kinderlijk

verleden. Ga weg, gespuis. Maak frisse ruimte voor ijverig gebezem,
blaas stof uit de hoeken van het heelal. Wat is toch dat venijnig geraas
van draaikolken achter de windstilte. Dat schuilt als zuchten of zwijgen

nu eikenbladeren eenzaam wiegen. Dat wortelt als dromen in bomen.
Welke genen neigen naar schurende woede. Zelfs nu het vlees is gepijnigd
tot rauwe biefstuk. Zelfs nu het zowaar routineus avond lijkt te worden.

als was het op papier – erik-jan hummel

De laatste keer moet de eerste keer zijn
dat ik je voor ben, want al weet ik
dat je bestaat, je bent als was
je van papier en verlaten te worden
door papier

Voor sommige boeken voel ik veel en als ik aan ze denk
wil ik ze nooit kwijt, en het ene boek
dat verdween en ik laat
op een middag terugvond op het dak
zo doordrongen van vogelpoep en regenzand
dat ik het ondanks mezelf
niet verdragen kon en verbrandde

Dat ik stok, steeds voor het einde, omdat
ik het einde vrees dat ons
finaal zal beëindigen, en ik zie je,
ik ben haast te laat
met zeggen dat ik ga,
als was het papier
op.

de russische aarde – harry m.p. van de vijfeijke

Wat zou ik van haar kunnen houden,
al mijn aandacht inzetten. Och arme. Haar wijze
en lijdende mond, haar waardige kont,
haar geste is rond als de Russische aarde.

Ik zou van haar glijden na het bestijgen,
zacht en met gave. Ik zou de dagen besteden
met thee voor haar schenken en zomaar wat
kijken naar haar.

Mij afzonderen even, laat in de middag,
voor een gedicht.

zon/maan – maaike klaster

Radioruis houdt me wakker en alert. Alarm in de vroege ochtend,
die ook een middag of zelfs een nacht had kunnen zijn. Maar wat is
het verschil? De zon schijnt altijd ergens. Recht in mijn gezicht, in
dit gedicht. Het vel papier weerkaatst zijn stralen zodat hij als onze
astronomische hemelvader aan mij laat weten dat hij niet is vergeten
hoe wij heten; de maan in zijn kielzog meeneemt. Hij schenkt haar
ons leven en zij lacht veel vaker dan jij dacht, want zonder die
weerkaatsing in de nacht zouden wij altijd zijn blijven slapen, nooit
in een mensenhuid zijn opgestaan. Vraag maar aan het water.

1992 – maaike klaster

De basslijn van Come As You Are stroomt mijn slaapkamer binnen
zoals de zon door de half geopende luxaflex, waardoor mijn muur in
licht en schaduwstrepen is gehuld, een muziekbalk in de middag toont.
Buiten hangt mijn moeder de schone was op aan de waslijn in de tuin,
spelen kinderen zoals ik zelf een paar jaar eerder deed.
Kurt Cobain vertelt zijn melodie vanuit Seattle, maar klinkt voor mij
meer als LA, als zee, want dit is een lied dat is als water waar ik in
kan zwemmen, van het ene schooljaar naar het volgende, dwars door een
hete zomervakantie heen. Hij neemt ons mee, een complete generatie aan cassettebandjesluisteraars die zo hun c.d.’s met elkaar delen. Het mijne
nam ik over van een klasgenoot die mij ook Guns N’ Roses leende.

Ik ben binnen en midden in de wereld, zing neuriënd of luidkeels mee
– wie weet het? – terwijl buiten vogels fluiten, rozenstruiken bloeien,
de zomer ons alles geeft. Ik ben zestien en nooit alleen.

oma annie – maaike klaster

Een six pack maxi-Snickers in één middag naar binnen werken,
het mooiste kado ooit van mijn oma, die onzichtbaar om mij heen
bewoog om de kwade geesten op afstand te houden, terwijl ik in
mijn eigen wereld, op haar warme, zachte, bruine tapijt gezeten de
smaak van karamel leerde kennen, pinda’s en chocola at alsof het
al die kankerlijers waren die zij voor mij in snoep had omgetoverd.
Om mij zo de gelegenheid te geven om op mijn manier en in mijn
eigen tijd met misbruik, ontkenning en mishandeling in het reine te
komen, al die mensen zo snel mogelijk weer uit te schijten.
Mijn oma, mijn warme baken van licht, die mij in een door een
bende zichzelf volwassen noemende infantiele ratten veroorzaakte
semi-wereld de weg heeft gewezen, zodat ik mij tot op de dag van
vandaag op eigen kracht staande heb weten te houden.

na de inbraak – berrie vugts

Je komt na een nacht elders in de loop van de middag weer thuis
De poort is van het slot en je ziet het koffiezetapparaat buiten op
De grond staan en je staart naar het raam dat je had dichtgedaan.

Hebt dichtgedaan. Je gaat zelf door het raam naar binnen met die
spanning van: zijn ze misschien nog hier en begint het dan nu pas
Maar je treft niemand aan. Je slaapkamer slaapt in de nachtkastjes

Die openstaan en even leeg van binnen zijn als toen ze nog dicht
Waren. Ze waren altijd dicht bij jou. Je staat in de slaapkamer en
ziet hoe het dekbed glanst en op je strakke naakte lichaam wacht.

Langzaam breekt het besef bij je door van een esthetische code
die in de kamer heerst en daar ook al heel erg lang voor jou was
en die je direct met de indringer verbindt. Dan breekt het besef.

rue de paris, temps de pluie – bert bevers

Er zijn de brandende blikken, het kader uit. Op wat
ze willen, op wat er niet is. Het gemis van verbanden
schroeit als het herkennen van oprecht geloof. Dat
weten ze best daar, onder hun paraplu. Herkenning

is immers een vorm van plaatsbepaling. De middag
is evenwichtig vastgezogen over zichzelf, en aan alle
kanten tracht men droog te blijven. Uit de ronde
worden geruchten te weinig terug gewezen. Volle

kranten zwijgen tussen de regels door. Achtergrond
wenkt. Onder de tucht van schoorstenen in streng
gelid waren in hoge kamers oude dromen. Verbeten

verschanst achter luiken het gistend verraad van de
ontwarring uit logge omhelzingen. Van vaders het lot
zijn de dochters. Er valt een natte, natte regen.