Resultaten voor het trefwoord nacht

remplaçant – august tholen

Broer die ik liefde noem,
hoe vaak kwamen we elkaar
niet tegen in de zachte delen
van de nacht, in het craquelé
van oude verflagen en in pas
gewassen winkelruiten?

Altijd als vreemden, omdat
op jou geen naam wachtte
daarbuiten, enkel verlossende
handen om je gruizelig lichaam
van schede naar graf te dragen.

De taart en de slingers, het
gelach en de koekjes met de
tekst ‘U staat op het punt om
een onbekende weg in te slaan’
waren voor mij, je remplaçant.

Een goed moment, leek me,
om zelf eens op te staan uit
dat graf waar ik zolang
in gelegen had,

verstoken van poëzie, de
beloften en dagen tellend
op de vingers van één hand.

opening – pallas van huizen­

Nooit waren we echt samen
nooit proefde jij mijn adem
nooit kleurden de vlekken blauw
jouw status is uitgewist, verdwenen
je bent iemand anders
zeldzaam alleen
hier in het niets kunnen we nog praten
ik hoef niets, jij hoeft niets
niemand hoeft iets
eigenlijk is het alleen maar voelen
elkaars geest aanraken
denken, weten
dansen, spelen en slapen
bijzonder als een met de dag en nacht
hier in het niets kunnen we nog praten
achter ons zwijgt de hel

hier in het niets kunnen we nog praten.

goed bewaren – pallas van huizen

Ze laat zich niet vastleggen
vastpinnen, -pakken in de tijd
vluchtig, verdraagzaam
liefde is een ervaring
bewogen door stilte, jouw twijfel
als de nacht zachtjes begint te praten
ontroerd door ijdele daden
zwarte geheimen die de monden verlaten
dat lees je als een dagboek
ken je als je eigen zakdoek
dat legt ons alles, alles uit
teder, maar diep geraakt
liefde is een ervaring
van onschatbare waarde

zwaar kut – pallas van huizen

Ze had de hele nacht geschemerd, haar man laten denken dat ze al sliep, ’s morgens bij de koffie was het stil alsof er een zwart-witfilm een halve minuut op pauze stond. Ze denkt dat hij het niet heeft begrepen, want toen hij de sleutels van de garage pakte legde hij gewoon zijn vuile boxershorts op de wasmachine alsof er niets gebeurd was, ze denkt zelfs dat hij niet weet dat het haar allemaal veel te veel wordt. Op het moment dat de voordeur terug in het slot valt staat ze direct op, loopt naar de wasmachine en smijt zijn boxershorts in de vuilcontainer in de achtertuin. Zo, vandaag even helemaal niks, geen man, geen slaap, geen televisie en al helemaal geen schone was, vandaag is alles lui en smerig. Hij komt er nog wel achter dat ze het echt niet leuk meer vindt, maar voor nu is hij naar z’n werk en staat zij te janken achter de ramen, het leven is zwaar kut soms, ja soms wel.

houten kentering – iniduo

bij aanvang van de donkerblauwe nacht
dooft een zwerm van woorden

smoren klanken in gehemelte
zonder dat ik nog geduld betracht

op deze nauwelijks ontgonnen uren
zingen nachtvlinders in mijn hoofd

kreunen zilveren vleugels op het bot
die genadeloos huid en haar schuren

zal ik wachtlopend vragen stellen
of wandelend verdwalen in mijn slaap

zullen antwoorden zich aandienen
of laat ik argusogen een oordeel vellen

ik wil niet aan nachtlicht vastvriezen
maar helder wakker worden

op een krakend willekeurige ochtend
waarop men zich zou kunnen verliezen

een nieuwe november – b. vogels

Ik vraag de bloemenvrouw naar wintervaste kleuren.
Ze neemt mijn schouder.

Ook haar kind ligt toegedekt.
In een chrysanten bed.
Wiegendood.

Dagen worden nu in een rode schoot geboren.
Zij draagt de laatste nacht.

We delen de prijs.
Tellen onze kinderen.

Er is niets verloren.
Stuikhei leeft heel lang.

“” – pallas van huizen

houden van is een principe
dat maak je niet na
vrij van opvoeding
wars van regels
het weer liegt niet
de buitenwereld is wakker
mijn binnenwereld slaapt
wij extremelingen
zijn in deze stad, dit land
naakt
naakt als de regen
een gedachte die vrijuit praat
de avond is nog jong,
de nacht is lang
het is seksen tegen de tijd
vechten om de laatste kruimel
en werken, werken, werken
o god, keihard werken
opdat de vrede blijft
fantasie faalt nooit
– thuis is het rustig.

zwijgend gedicht – pallas van huizen

Deze nacht is een zwijgend gedicht,
dat eerlijk spreekt, samen in gedachte
als een traag lichaam dat vrijt, dat zweet
in een levende geest
in een droom
die leeft
alles lijkt wit
maar waar wit is, waar wit is
is rood
als het bloed dat kruipt
dat kleeft
afhankelijk van het maanlicht
het beest dat overleeft
Deze nacht is een zwijgend gedicht,
als de waterdieren diep onder water grommen
deze nacht is een zwijgend gedicht
Uitspreken maakt alles erger.

monsters en beesten – nicole de korte

Laat in de avond
Diep in de nacht
Slapen de meesten
Of houden de wacht
Voor monsters en beesten
Slapen lukt mij niet
Ik heb geen rust
Rook nog wat wiet
Niemand die mij nu sust
‘Het komt allemaal goed’
Zegt iedereen vol vertrouwen
Dat is voor mij te mooi, te zoet
‘T is mij nu al aan het benauwen
Toch ga ik er 100% voor
Niemand die mij stopt
Uiteindelijk alles dat klopt

gang van zaken – berry tunderman

Haar borsten te lang niet gestreeld.
Haar schoot behoorlijk roestig.
En elke avond haar gordijnen
Te vroeg dicht.

Hoeveel boten heb ik gemist.
Te lang geen wind in mijn gezicht.
Struinend door de dagen.
Blind voor licht.

Haar tuin ooit met zorg omringd.
Onkruid regeert met vrije hand.
Ze haalt dan haar schouders op.
Wacht voor de nacht.

Haar lege armen steeds meer plooien.
De spiegel, de weegschaal, een wijde boog.
Ze weet wat wacht.

Soms praat ze met vriendinnen.
Een man aan de haal, iets met de kinderen.
Met een half oor klinkt alles zacht.