Het zijn van die
onbenulligheden, zoals
elke dag,
probeerde ik
nog te denken
Tot het geblaf
klonk in mijn oren
verstrengeld met
een lied,
Om te onthouden;
Ik walgend
van geweld besloot
te gaan
Een laatste
blik op de
canapé, het
boek ligt open
Jij draait
met de sleutel, het
slot knarst
een slag verderom
Ik Hol
zonder
achterom
te kijken
barrevoets
in dorre aarde
Ik liefde en vrede
voel de zilveren regen
weet waar de wind vandaan komt.
in klankleuren neergezet mooi
groet