Resultaten voor het trefwoord zilveren

zilveren droppels – pastuiven verkwil

in het woud
schier ondoordringbaar
galoppeer ik
op de laatste overgebleven eenhoorn
wijzen wijken uiteen
kringen om
hun ziel

mijn entrada
luid ruisend begroet

op die venusheuvel
ontspringt een beekje
teer kabbelende naar benee
floreert maagdelijk gras
mosgroen onder voetzolen

barrevoetse wortels klinken
in de genesis van het nieuwe
dat vol bravoure
met jeugdelijk elan
ontspruit

met water praten – pallas van huizen

Zachtjes drijven de eerst gevallen blaadjes naar links
de wind, de oude lente is tijdelijk het spreken verleerd
riet buigt moeizaam, tegenlicht weerspiegelt, verblindt zwijgzaam
zielloos glinstert een zilveren spoor door het water
als een volwassen waterhoen
even met zijn feloranje snavel de waterkant zoent

Hij kijkt niet naar mij, laat mij daar

alleen bij jou.

gebakken lucht – jan holtman

hier in het tweeduister van het schimmenrijk
bij de nachtkaars gezeten, waak ik
wachtend op het zilveren zwaard
om de nacht te doorklieven
de vonken in het vuur te slaan
ach lief, bak toch nog wat eieren
en vergeet de woorden
die maar lucht zijn

musicfriends – elize augustinus

En na afloop
van het bluesconcert
in de zwarte bus Pink Floyd onder
paars zilveren sterrenhemel.

Akkoorden
dansen
blauw
gekleurde
vlinders
druppels dauw.

En zachtjes zingen we mee
Shine on You crazy diamond
terwijl we zweven over vlakke wegen
spreken scherven vuur.

In de begrenzing
van het omhulsel
komen stormen tot bedaren
in het prille ochtendlicht.

paradijs – elize augustinus

In de stilte van mijn geest
zie ik witte bloesem bomen
in een flits voorbij.

Sinaasappel en olijven rijpen
En oranje zon.
Lijkt hier wel een Hof van Eden al

die vogelkelen
met mijn lief dichtbij.

Gouden armen zilveren omarmen
spiegelend in blauw.

traditie – elize augustinus

De zilveren kandelaar
pronkt op de tafel van
notenhout, en al het
zilver gepoetst.

De messen en de
volken glimmen: links en
rechts.Rondom de borden
op het laken
van damast: en wij
er half onder.

Een speld horen vallen.
Wachten.
Het moment dat we een
toost uitbrengen
op het leven.

En kristal gaat zingen.
Muziek raakt ons
diep in het hart.
Afscheid nemen ook.

mozart zo ademloos dichtbij – elize augustinus

Bloesem wiegt hemelblauw valt op aarde,
de viool riep mij trok mij dichterbij

Ave Verum Corpus
warme liefdesgloed
wonder van leven

Mozart zo ademloos dichtbij
weerspiegelt in het gouden licht van zacht strelende akkoorden

Ave Verum Corpus
warme liefdesgloed
wonder van leven

Het bloemenperk lacht, glanst
zon in duizend zoete kleuren
de blaadjes parelmoer

Zilveren druppels
weemoedige droevenis
dat diep in
mij schreit

Wurgende greep van
verduisterde aarde breekt, jubbelt in
stralend diamant
dank voor Hemelse klank

Mozart knipoogt van omhoog
en we musiceren, Musiceren
De Regenboog.

afscheid – elize augustinus

Het zijn van die
onbenulligheden, zoals
elke dag,
probeerde ik
nog te denken

Tot het geblaf
klonk in mijn oren
verstrengeld met
een lied,
Om te onthouden;

Ik walgend
van geweld besloot
te gaan

Een laatste
blik op de
canapé, het
boek ligt open

Jij draait
met de sleutel, het
slot knarst
een slag verderom

Ik Hol
zonder
achterom
te kijken
barrevoets
in dorre aarde

Ik liefde en vrede
voel de zilveren regen
weet waar de wind vandaan komt.

memories – elize augustinus

Ik sta
voor het
raam zie

de zilveren
varens
van de maan

op het
stenen pad
ligt een

genarcotiseerde
kat
veroordeeld

tot het graf
ik huil
schreeuw

en verstomd
niemand kijkt
omhoog naar

de vogel
gevangen in het
raam

zielelicht – joost de jonge

(Een dicht’lijke vrijheid?)

vonk al fonkelend, vonk…

Vederlicht
wat een gewicht
een hemels pluisje
wervelend in zilveren licht.

…lucht in de wolk
lucht in de aarde
lucht in het water
water op de maan…

Zwemmen in de witblauwe zeeën van de maan,
op de maan
in lang vervlogen tijd
bewoog water
traag stromend, traag stromend
in de bedding van de tijd,
nu zwem ik hier
wit, blinkend
spatten de druppels om mij heen
uit het water op
en vliegen er trager
weer in terug.

Druppels, druppels, druppelen, druppels, druppels druppelen
langzaam binnen
in de droom
die ik nu ben
waarin ik donker lig te slapen
en word bewogen
door het trillen van vleugels
vleugels van bijen
zwartgeel, doorzichtig
druppelen deze bijen
door de mazen in het net van mijn droom.

Hun trillende vleugels
bewogen de lucht
bewogen het donker
bewogen de sluier
van druppels op mijn ziel
die er vol en rond
glanzend als honing
in het zonlicht
vanaf gleden.
De trilling der vleugels
verschoof de mimiek van mijn gedachte
het was niet zonder geloof
dat deze kleine geelzwarte engeltjes
mij hun schone gaven brachten,
gaven brachten, brachten gaven…

Fonkelend zielelicht
hoe fnuikend is het tijdsgewricht
dat maar niet buigen wil.

Fonkelend zielelicht
baan je een weg in mijn gedachten
beweeg een teen
buig een pink
maar vergeet niet
niets te verwachten
dat nauwlettend
in de spelonken van de negatie
verborgen wordt gehouden.

Straal, o fonk’lend zielelicht,
fonkel, fonkelend, fonkel en vonk al fonkelend
jouw prachtig helder licht
ziel van mij.