Resultaten voor het trefwoord regen

mijn lief – jacob van schaijk

de lente was gemaakt van geuren en van jou
van klanken die je zong waren de dagen
en van de kleuren die je plukte was ons huis
we leefden een optelsom van kleine dingen

maar deze zomer zal het sneeuwen in de tuin
in augustus vriest het dertig graden
en de merels hebben warme truitjes aan
ze zingen een lied dat mij doet huilen

een late middag brengt getemperd licht
dat kaatst van een bevroren weide
felle striemen trekken langs de hemel
een donderen klinkt als in het concertgebouw

ik zal zwijgend zitten in een leunstoel
een lege naast mij hebben voor jou, mijn lief
van je aanwezigheid in geuren dromen
de magnolia in bloei zal een loflied zijn

herfstbladeren zullen vallen uit de kastanje
je naam staat geschreven op ieder blad
een briesje laat ze even zweven
een moment voor ieder woord dat sterft

december zal een maand van zachte regen zijn
een symfonie van druppels spelen op het dak
mijn kat zachtjes laten spinnen van begrijpen
van een weten dat het mensenhoofd niet kent

dan zul jij langzaam uit de nevel komen
mijn lichaam met vreugde binnendringen
warmte verspreidt zich vanuit aanvaarden
een kleine glimlach is mijn nalatenschap

gebed zonder eind – iniduo

het tuinpad zal nog bladeren verzamelen
regen zal nog wegwassen wat niet tijdig kon verdwijnen
ook al heeft september zijn schaduw geworpen
ook al lijken wolken opgedroogd in rookgordijnen

er zullen nog doden te betreuren zijn
verse aarde zal weer wonden onder duister bedelven
monden zullen zich om ingeslikte woorden snoeren
een ogenblik lijkt het zwijgzame lichaam de rust zelve

de einder buigt nog altijd voor zwaartekracht
de hemel zinkt nog steeds in het water van de oceaan
en nog steeds gebeurt wat niemand verwacht
ook al weet ik niet wat, maar iets blijft bestaan

“” – pallas van huizen

houden van is een principe
dat maak je niet na
vrij van opvoeding
wars van regels
het weer liegt niet
de buitenwereld is wakker
mijn binnenwereld slaapt
wij extremelingen
zijn in deze stad, dit land
naakt
naakt als de regen
een gedachte die vrijuit praat
de avond is nog jong,
de nacht is lang
het is seksen tegen de tijd
vechten om de laatste kruimel
en werken, werken, werken
o god, keihard werken
opdat de vrede blijft
fantasie faalt nooit
– thuis is het rustig.

mijn pharos – pastuiven verkwil

de regen deze morgen
valt niet alleen
naast mij
(op de rest)
ook op mij

sijpelende meanderend
aquavie
uitmondend op stranden
van boezemkamers
waar mijn barkje
de tsunami opwacht
golven meeslepen

in de verte
een lichtje

roodgloeiend heet – merlijn huntjens

als ik je verdriet deed, bleef je lachen
totdat je meer water vond voor je gezicht.

wegstrepen; daar was je goed in. het weghalen
van druppels tranen tegen een achtergrond van

meer. zo deed je ook bij mij. ik heb je nooit sip
gezien. je wachtte tot regen viel zodat je op het bal-

kon kon staan. het onderscheid tussen vocht weg.

steeds als ik je verdriet deed,
douchte jij je roodgloeiend heet.

groepsfoto – c.p. vincentius

We zopen vooraf de enige kroeg leeg
en liepen in bedauwde uren
onze allereigenste marathon in allengs
soepeler schrede en steeds
toenemende regen, hagel en tegenwind.

Na drie uur draf en vlak voor het hoera
en de hoempa van de finishlijn
waren de schedels vol van helder besef;
het nu kreeg waarde en telde,
zo bleek de volgende morgen ons eerst.

Vervolgens wisten de koppen op de foto
elke twijfel en elke angst weg,
al kwam eenzaamheid amper ten tafel.

Het bestaan bleef immers voortbestaan,
zolang anderen het kiekje zagen
en koppen vol zweet wilden herkennen.

“­zit er leven in een steen?”­ – pallas van huizen

Muziek doet pijn, stilte ook.­
De zon doet pijn, de wind ook.­

Kunnen we nog even met elkaar praten?
Gewoon met elkaar praten?
Zonder al te veel moeilijk gedoe.­

Kan ik nog even naar je kijken, je voelen?
Wil je me nog even aanraken
zoals alleen jij dat kan?

Muziek doet pijn, stilte ook.­
De zon doet pijn, de wind ook.­

Zien jullie dezelfde grijze wolken?
Precies dezelfde grijze wolken?
Zonder maar even te denken aan morgen.­

Het dier in mij zit in de regen.­
Even afgeleid laat zij de waanzin los.­

Langzaam word ik iemand anders.­
Teleurgesteld, verdwaald

in het bos van koning god.