kankerruggen en rusthuisvissen – delphine lecompte
Met een blinkende tronie was ik zijn rug
Pernicieus sproeterig van de tomatenpluk
Zijn broer was altijd vlugger verbrand
Mijn tronie blinkt van schaamte en angst
Ik schaam mij voor mijn onderarmen en
Ik vrees de middag
De bolle olijke jolige topless zomermiddag
Zonder kunstlicht en zonder protheses wordt het ondraaglijk.
Na zijn rug trap ik het af
Als ze nog veerkrachtig genoeg zijn
Om de rusthuisgoudvissen te voederen
Dan kunnen ze ook kaas in elkaars holten proppen
Zachte kaas niet zonder verstikkingsgevaar
Want er is altijd wel een Georgette die
Te gulzig is om het rode flapje los te frunniken
Voor je ‘pap’ kunt zeggen trek je het kortste strootje en
Zit je atypisch te grienen in de weinig charmante kerk van Sint Michiels
Niet voor Georgette
Wel voor jezelf
Voor mij
Bleke Delphine
Ze heeft zo’n pijn
Zo’n zin in smeerkaas
Zin om onder een welriekend deken dichter te zijn.
De zomermiddag was bol en olijk en jolig en kras
Borsten bleven bedekt en ezels kregen fopspenen van pernicieuze peuters
Daar heb je dat woord weer
Ik misbruik het niet
Het past gewoon op alles
Op alle onleesbare ruggen in deze vervloekte parochie
Op alle folkloristische garnalenvissers die zich mak laten fotograferen
Op alle schuttersvrouwen die zand blazen van badkuipklauwen
Op alle vissen die zich vermenigvuldigen in het rusthuis.
[…] Lês fierder yn dit gedicht fan Delphine Lecompte by Krakatau […]