het gedicht van o – maaike klaster
Voor Colin
Mijn zachtrode O
zingt rondswingende roversliedjes.
Mijn O
klinkt als scharlakenrood
en zeg je Sesam Opium,
dan klapt ze langzaam open,
blozend.
Zo paait ze je met een keel van zijde,
ademt ze falie uit.
Zo, Baba, zo mooi.
Als een dadel in je palm
zacht tot de pit. Waar wacht je op?
Roffel als de kleine trom.
Rimbom, Baba, rimbom bom bom.
Kom maar op met die trombone,
speel de toon van pimpernoot
en doe het zonder handen. Ja,
raamkozijn omvat het oosten,
toont ons purpergloren. Hoor.
Bolero dondert honingbliksem.
Prismaspectrum!
En overal ozon. Ozon.
Recente reacties