zonder genade – b. vogels

nooit voorheen hoorde ik
het gonzen van hun metalen kleuren
ik droeg mijn hoofd
in de kruinen van een wolkenbos
onder mij krioelden ogen
uit het niets
kittelden sprieten
als trillend riet aan reuzenvoeten

nu moeten mijn zinnen
getuigen van hun ruige haren
de schilden en vleugels
van een kriebelleger
dat in een onderwereld schuilt

en steekt zonder genade

Reageer