tussen de slangen van een fabriek die producten maakte voor consumenten in een naburig land om behoeften te dekken die door slimme marketing waren opgewekt, liep een man naar de toekomst te kijken en zag erin weerspiegeld zijn hele zijn en hebben en houden. Een vrouw, een gezin, een huis, een maaltijd, een kruis – want hij geloofde dat de mens moest lijden, was het niet aan ziektes dan was het wel aan alles op de wereld. Er was geen dag tot op heden waarvan hij ooit genoot – maar nu, met zijn blik op de toekomst en zijn hand op zijn hart zwoer hij dat geluk iets deelbaars was, weerspiegeld in oases met deinende palmen en vrouwen met kruiken op het hoofd. Een kameel liep voorbij en knikte moeizaam naar de verte.
Reageer