elke dag wrijf ik op mijn handen
werk hard en luister naar de stilte
ik ben je aan het verliezen
of ik ben je al kwijt
ik zie dat je daar gelukkig bent
wat moet ik dan verder nog?
dat wat wij nog hadden
of nodig hebben
het is aan het verdwijnen
niet van binnen
niet van binnen
maar van buiten
we zien elkaar niet meer
praten niet meer
teren op herinneringen
op iets dat was
zweven ondertussen in een eigen leven
geen dag dat ik niet aan je denk
het leven, het leven
de dood, een eigen leven
mijn hart, ik mis je
ik denk niet
dat het ooit nog went
Resultaten voor het trefwoord iets
De buitenwereld heeft ook iets van binnen.
Peter de Groot
De bodem was bereikt
het gat, was geen gat meer
iets wat we accepteerden
eigenlijk nooit zo geweest was
gewoon geen onderdeel van deze aarde
waarvan je wist dat het er niet was
uitgehold, uitgesleten
een veelste rustig niets
alles was missen
tot zij jou zag, het gat zag
wat het betekende
alles was missen
voor haar, voor mij,
voor iemand
of iets.
Bij chaos hebben we allemaal iets anders voor ogen.
Peter de Groot
Eigenlijk was ze een gore egoïste die verliefd op zichzelf was, maar toch ze had iets, iets in zichzelf, iets in de ander, iets met hem, iets waar hij niet omheen kon. Hij lag dwars op haar matras toen ze binnen kwam met haar nieuwe laarzen. Trots als een pauw voor de vierendertig euro extra die ze betaald had voor een eervolle vermelding op de twintigste plaats in de consumentengids. Duurkoop is waankoop, zelden het beste, meestal meer buitenkant dan binnenkant en eigenlijk alleen bedoeld voor stinkend rijke sukkels en sukkelinnen. Niet voor hem of haar dus, maar ja wat kon hem het schelen dat ze meedeed aan die gekte, zij hield van de laarzen, daarom was het voor haar echt, dat kon hij niet helpen, laat staan iets aan doen. Hij legde het kussen over zijn hoofd, stak zijn benen onder het dekbed, deed even alsof hij er niet meer was. Of hij naar haar nieuwe laarzen wilden kijken. Of ze ze even uit wilde trekken dan, dan kon hij ze beter zien.
februari 1968
Er is iets wat me grijpt
Ik wankel en word meegesleurd
Tot op de bodem word ik gezogen
Maar als er geen bodem is
Blijf ik eindeloos zinken
of is het stijgen
De aarde is rond
Er is geen begin
Er is geen eind
Het is een maalstroom
Er bestaat geen slot
Twee gebroken harten vonden elkaar
de zon sneed hun ogen open
schudde wakker wat er al die tijd al is
ze wisten wel iets
maar dat, dat nog niet
Ze smaalden, vlinderden, zuchtten
buiten, daarbuiten
daar waar de lucht het weet
De een had de wind in de schoenen
de ander een slag in de trapper
Ze kusten, mochten elkaar
zochten een weg door de wereld
De meet waar iedereen op ze staat te wachten
Twee gebroken harten vonden elkaar
de zon sneed hun ogen open.
in het ochtendbed ligt ze
half bloot
alsof ze mij iets inboezemen wil
ik houd mijn adem in
Ze waren verliefd geworden, zonder iets te zeggen vertelden ze elkaar vertrouwelijk dat ze de ware zijn, de chaos verstoorde alles. hij was bang, zij was bang, bang om zijn slechte gewoontes te laten zien, bang om zijn andere leven op te geven, bang om iets te veranderen wat eigenlijk al helemaal goed is. zij maakte hand en oog gebaren, draaide met hem mee om de hete brei heen, deed net alsof er niets gebeurd was tegen de anderen. hij bad ter plekke, dat ze weet, vertrouwt, tijd gaat voor, tijd gaat voor, vooral nu, nu het is al zo ver gegaan is, terug kunnen ze toch nooit meer, vroeg of laat is de chaos verdwenen.
Recente reacties