hoezo leg ik me erbij neer? – hans van willigenburg

Om tien uur ’s ochtends
komt het voor
dat alles wat ik
dan achter de rug
had willen hebben
nog voor me ligt,
te beginnen met
het uitruimen
van de afwasmachine.

En dat wat ik nog van plan was te doen
in de middag en in de avond
– iets ‘van wezenlijk belang’ –
in mijn brein bedelt om een aanloop
van vele belangeloze parkwandelingen
waarvan ik er niet eens voor eentje
het geduld bezit.

Tijdens het schemeren bezig
te overdenken de verhouding
tussen verwachting, menselijke wil en doelen
probeer ik ter balseming
de paar dingen eruit te pikken
die ik tussen het met tegenzin uitgevoerde corvee
en het hortend uittekenen van toekomstplannen
met een te verdragen percentage slordigheid
tot iets heb gebracht wat men met droge ogen
noemen kan: een soort afronding.

Daarna voel ik hoe de voorbije dag
minachtend in mijn nek spuwt
en daal ik af richting verse slaap
die boemelt naar een ochtendstond
tijdens welke ik voor ik weet niet wat
luchtdichte redenen zal pogen te verzinnen
waar helemaal maar dan ook helemaal niets
tegen in te brengen is.

Reageer