Resultaten voor het trefwoord uur

lachje – jacob van schaijk

op het perron van een klein station
wachten twee meter van elkaar
Henk en Marjon van in de zestig
op de trein die daar nooit stopt

even wisselen ze een knikje
met een schuchter lachje, een
dag meneer en dag mevrouw
net lang genoeg

om de trein voorbij te laten gaan
iets dat ze vieren
in de kroeg van Ome Toon

en vier uur later rijden ze
zich samen
in beschonken toestand dood

ruilverkaveling – iniduo

een man aan wie ik de weg vroeg
kwam met een voorbeeld
– ongevraagd
nu ben ik nog steeds onbedeeld

het kan raar lopen
langzaam te verdrinken in drijfangst
nog maar eens vragen dan?
de weg die krult is toch het langst

verderop zie ik de anderen dolen
hun adem doet echo’s uithollen
nog overmand door de slaap van gisteren
met hoofden die halsstarrig knikkebollen

ook ik droom wel eens
van hekken en wallen doorzagen
op onbewaakte overgangen
als gedrukte woordwaarden vervagen

en ik ken de naam van het uur niet
betwijfel inderdaad het nut van alweten
ook zij tasten in het duister
laat maar even zweten

nu het hoge woord eruit is
heeft het weinig zin te blijven hopen
en als ik eraan terugdenk
is het al met al raar gelopen

zonder tegenbericht – iniduo

als een boodschap langszij komt
aan de poort van droomtijd
in het bollen van velden

is er niet weinig aan gelegen
de einder van voorspelling
in vochtige grond te laten rusten

tot op het uur
dat het geheugen zich verheft
zich openrijt

pauze – iniduo

‘Neemt niemand de telefoon op?’
wat is er eigenlijk mis met flessenpost aangezien
overzeese dromen smoren in een ongewilde noodstop

ik ben aan een dampige broodtrommel ontsproten
maar de kruimels achtervolgen alle geluiden in stilte
niettemin ben ik op weg, heb ik mijn land ontsloten

twaalf uur slaat de klok, de dag is doormidden gebroken
koffie uit automaten laat plastic achter in de mond
en smaakt bitter, ik weet het, ik heb eraan geroken

de stoet komt weer op gang zonder dat ik het merk
roest van de ziel is nu verwaaid met stuifzand in de lucht
genoeg gelummeld, geld moet rollen, aan ’t werk

op doordeweekse dagen is de aandacht niet bij de les
het schuim van hoge golven lonkt in de razende storm
ik voel een getemde zee maar werp mijn fles

het blauwe uur – jessica bakker

De stad. De langzame en nog stille straten
met de gordijnen dicht en wij die nog zwijgen
onder de lakens. Onze lichamen ademen
de sound of silence
In het blauwe uur

In het blauwe uur dat soms een eeuwigheid lijkt
te duren voor de slapelozen
maar ik, die wijzers lees, krul mij in een bocht
achter huilende ramen van de stad
en vraag me af waarom ik zo lang zocht
Ik geef me prijs en jij krijgt al mijn lelijkheid
er gratis bij. Nu ben je mij zat

De stad. We passen er nog in
we hebben er nog gedronken,
geproost op wat we liever toch vergaten
zoals de mooiste ruzies, tot op ons bot geraakt
Want door merg en been gaat de liefde, nietwaar?
In het blauwe uur

beëlzebub – iniduo

Het is al één uur en ongemerkt middag, na nachten doorwaken
en verdwalen in letters op het toetsenbord. Gedachten dwarrelen
nog steeds binnen vanuit sterrenstelsels en gangen van kinderlijk

verleden. Ga weg, gespuis. Maak frisse ruimte voor ijverig gebezem,
blaas stof uit de hoeken van het heelal. Wat is toch dat venijnig geraas
van draaikolken achter de windstilte. Dat schuilt als zuchten of zwijgen

nu eikenbladeren eenzaam wiegen. Dat wortelt als dromen in bomen.
Welke genen neigen naar schurende woede. Zelfs nu het vlees is gepijnigd
tot rauwe biefstuk. Zelfs nu het zowaar routineus avond lijkt te worden.

tocht der tochten – jan van heemst

In sneeuw en gure winden
reed hij op witte wegen
en werd daarna door al zijn vrinden
in de adelstand verheven.

Het daglicht was van korte duur;
de buien als een blinde muur
waar hij doorheen moet rammen;
hij wist dat hij moest vlammen
tot in het laatste uur.

Het duister kleurde alles grijs;
hij kreeg de wind van voren
en met de schimmen op het ijs
vocht hij nu om de grote prijs;
want wie niet doorzet is verloren.

Dan eindelijk de laatste stad,
die hij als Generaal betrad,
want nu als slagroom op de taart
reed hij weer op de Bonkevaart
en wist zich uitverkoren.

lepelstelling x n – roop

lepels johma dubbelzijdig scheppend
acht caviteiten in eenheden van honderd
met een tolerantie plusminus vijf procent
verpakt in doos vierhonderd twaalf met lepelzak
zevenhonderd achtennegentig b
in dertien lagen van acht

drie monsters per wacht
vijf stickers vijf dozen
vijf dozen een laag
vijf lagen een pallet
expeditie
plastificeren

een blik
op de stenen tafelen
van het wegwerpservies
in betrouwbaarheid ligt onze kracht

een peuk per uur van werk
krijg je kanker en op naar
regel een ontsnapt en ontdacht