Resultaten voor het trefwoord hans van willigenburg

dissident – hans van willigenburg

Wat ik tot dusver heb gedaan met mijn leven is weinig,
ik heb het niet op straat gegooid,
niet geslagen,
niet geaaid,
niet één keer nauwkeurig bekeken.

Ik houd mijn handen thuis en sluit bij voorkeur mijn ogen.

Wat ik tot dusver heb gedaan met mijn leven is weinig,
nee schudden,
zuchten,
steunen,
uitblazen van niets,
daar ben ik grotendeels mee bezig geweest.

Ik behoor bij uitstek tot de mensensoort dat men oproept te ontwaken
ter verbetering van het een of ander.

Met het leven weinig doen
is iets waarvan ik merk dat anderen dan ik zich er ongemakkelijk bij voelen.

Aangezien ik niet van plan ben me zelf ongemakkelijk te gaan voelen ga ik gewoon door
met het leven weinig te doen.

Ik zeg: laat het maar een opdracht voor die anderen zijn
hun gevoelens van ongemak te leren beheersen
terwijl ik mijn leven alweer niet oppak
hangend in een stoel
volle dagen naar iets staar
waarvan ik niets verlang

het minste een droom of idee waaraan ik zou kunnen werken.

diva – hans van willigenburg

vlak naast de mooiste vrouw in het gezelschap
vliegen pelotons aan dromen stuk tegen een onzichtbare glaswand
ze praat niet ongewoon
niet grof
niet gespannen
niet doelgericht
ongewoon is slechts hoe zij jou laat voelen over jezelf
– zeldzaam nietswaardig! –
met je grove fantasie
en je gespannen smeken om haar goedkeuring
als ze wegloopt
kijk je haar stap voor stap welving voor welving na
reeds nostalgisch naar de koorts van een kwartier geleden
voordat ze in je ogen keek
voordat ze in de stijl
van een volleerde baliemedewerker
rustig en in alle ernst
tegen je zei
dat haar fundamentele opdracht in het leven is
meer onderling begrip te kweken tussen mensen bla bla bla

mijn coach spreekt bemoedigend van een trendbreuk – hans van willigenburg

ik ben vrijwel voortdurend bezig mezelf te verbeteren
en al kan ik niet exact vertellen wat ik aan het verbeteren ben
of hoe
het feit alleen al dat ik er vol overgave aan werk
en dat al mijn concentratie bijeen is geraapt rond dat ene doel
en het bijeen rapen van die concentratie zonder twijfel mijn eigen verdienste is
kan hoe dan ook als verbetering worden betiteld ten opzichte van alles daarvoor
toen ik nog wel eens half om half uitwegen verzon
onberedeneerd een herfstblad van de grond raapte
lachte
grapte
wenste dingen belachelijk te maken vanuit de onderbuik
met een gevoel van triomf zo kort
als een inzakkende schuimkraag
waar geen progressie van welke soort ook
in aan te wijzen viel

maar nu…

nu ben ik elke dag hard en opgepompt
onderweg naar een betere versie van mezelf
die bochten en kruispunten nadert met nog minder schrik
ferm een koers kiest
de mond als een streep
de kaaklijn vooruit geschoven
de humor als een weliswaar aantrekkelijk
maar al met al uiterst contraproductief systeem
van gesublimeerde aarzeling
naast me neer gelegd

de berekenende kant van een artiest mag ook wel eens onder de aandacht worden gebracht – hans van willigenburg

ik hap blijmoedig naar adem
want ik weet dat wat ik ga zeggen
vijftig procent schokt
de andere vijftig procent oplucht
‘welke tv-programma’s doen we?’ vraagt mijn manager
allemaal willen ze weten of ik het meende
of ik de geschokte vijftig procent haat
(en zo ja waarom)
of ik de opgeluchte vijftig procent omarm
(en zo nee waarom niet)
terwijl ik onder studiolampen vecht tegen de slaap
en op de rand van pure desinteresse
mijn provocatieve repertoire afwerk
stromen nóg meer verzoeken bij mijn manager binnen
‘nog twintig tv-interviews en je hoeft nooit meer wat te zeggen’
rekent hij voor
‘als ik de steen nog wat harder in de vijver had gegooid waren het er minder geweest’
mijmer ik
 
geen rekening houdend met mogelijk nog te volgen doodsbedreigingen
opstootjes
prominente landgenoten die hun positie kiezen
en daarmee mijn uurtarief zomaar verveelvoudigen zouden kunnen

kosmopolitisch tegen het raam tikken – hans van willigenburg

Hoeveel levens is een kwestie van humeur en alertheid.
Je hebt erbij die naar hun pens kijken en naar de tv.
Zij roepen elke dag ‘koffie!’ of ‘gebak!’ naar een persoon
die ze in een catalogus zeker zouden overslaan.
Anderen grabbelen naar tastbare bewijzen van dromen
waarvan ze niet weten of er één hun vingers aait.
Vijftien vrouwen op een computerscherm is best veel,
maar met allen exact dezelfde cupmaat valt dat tegen.
De geboorte van een hobby kan een nieuw leven zijn.
Evenals het zicht op een meisje linksachter in de coupé.
Bij een goede kruising liggen vele wereldsteden aan je voeten.
Soms ben je zover terug dat elke stap kraakt van verwachting
Reken je niet rijk met slechts een aandeel in een oplossing.
Je hebt er die kranten dichtslaan om één mening te veel.
Zelf geloof ik meer in het kalm tellen van mijn twee sokparen.
Het leven waar die twee sokparen in passen is het mijne.
Aan humeur en alertheid ontbreekt het mij ten enen male.

inleidende feestelijkheden – hans van willigenburg

Een feest waarover je aarzelt om erheen te gaan.
Op het moment dat je jezelf ziet staan tussen de genodigden,
drankje erbij,
wisselend van standbeen,
en, o jee, met vast een goed verhaal op je tong,
het ontelbaarste goede verhaal uit je magazijn,
klonteren slijmdraden in je keelgat samen
en stoot je van pure walging, hoestend,
je laatste krachten voor een op feestjes gewaardeerde glimlach
uit.

Het is niet dat je mensen uit de weg wilt gaan
of niet gelooft in de troostende werking
van een stiekem langs je bovenarm schurende vrouwenborst,
het is de huizenhoge opgave niet halverwege door deze of gene
tot het verschaffen van hoop of concrete diensten
te worden gedwongen,
al is het de zachtst denkbare dwang
van een heel mooi meisje dat om advies vraagt
ten aanzien van haar schoolkeuze en toekomst.

Het is de zwellende stilte in je
waaraan feestjes nu eenmaal geneigd zijn weinig ruimte te geven,
het is de verleiding die stilte in te gaan zetten
tegen het geroezemoes en de muziek,
tegen de vrouwenborst,
tegen het hele mooie meisje,
en op het moment dat de krijger in je wakker wordt
te kiezen voor een verhaal uit je magazijn
waar je al eerder gezelschappen mee plat hebt gekregen.

Het is de vrees
voor de lach
waarvan je weet dat die eraan zit te komen,
het is de vrees voor de walging,
voor de resterende richtlijnen in je brein
die op subtiele wijze weten
waar een even geloofwaardige als geliefde feestganger
links en rechts afslaat.

Je staat voor de spiegel
en voelt je bloeddruk, nonchalance stijgen
bij het morsig in je broek proppen van je overhemd.

aankomstblues – hans van willigenburg

Je stapt uit het vliegtuig en ziet om je heen
een landingsbaan, vliegtuigtypen,
reclames, lichtkranten
van dezelfde orde.
De onderhuidse mededeling is dat je,
ongeacht het hotel waar je terechtkomt
en de berovingen, hartstochten,
misverstanden en verspilde uren
waar je onderdeel van zult worden,
in hetzelfde spel bent blijven hangen
met dezelfde strafpunten en beloningen
van een hoogstens wat ander gehalte,
maar in de warmte of de kou of de gure wind
van de buitenlucht van het buitenland
waar je in de schaduw van de hal mee kennismaakt,
gaat dat andere gehalte verloren,
zeker als je jezelf vervolgens tegenkomt in de spiegeling
van de paspoortbalie of de winkelruit van een tax-free
verdwijnt je laatste restje hoop op nieuwe levens
al vrijwel meteen
of anders, even later,
als de vliegtuigmaaltijd na hobbelt in je spijsverteringskanaal
en je, handen in de zij, een scheet laat bij de transportband.

nitwit – hans van willigenburg

Ik heb vandaag weer niks gedaan.
Ik heb vandaag weer van alles gedaan.
Ik deed het allemaal met volle overtuiging halfslachtig.

Ik lachte, maar met reserve.
Ik zat, maar niet erg rustig.
Ik legde me neer op de bank, mijn hoofd bij onaanzienlijkheden.

Ik koester – ziehier, het bewijs – de zegenrijke toestand van de irrelevantie.
Ik koester het bijbehorende gevoel uitgerangeerd te zijn.
Ik ben dat ook werkelijk en zoek slechts het succes
één verdwaalde fan te hebben.

Ik doe mijn best voor dat specifieke succes.
Maar ook weer niet té…
Dat komt: die ene fan is verzot op mijn nonchalance.

In die nonchalance wil ik tot mijn laatste snik betrouwbaar zijn.
Mijn handje slap over de leuning hangend, mijn ogen lodderig.
Kop in een wolk van vage zegetochten.

ik kijk… – hans van willigenburg

voor Fernando Pessoa

Een nieuwe dag. Er gaat weer van alles gebeuren waar ik naar kijk.
Ik die er zelf voor waak gebeurtenis te zijn.
Geen zin in… begin, midden, einde. Hoe loopt het af?
Ik wil niet aflopen. Op geen enkele manier.
Eeuwig dwalen wil ik, binnen de marges van mijn twijfel.
Ik twijfel aan veel maar niet aan de weidsheid van mijn twijfel.
Aan de eindeloze variëteiten die mijn twijfel omspant.
Gebeurtenissen zouden blij moeten zijn door mijn twijfel bekeken te worden.
Ik rijt ze weelderig uiteen en stuur ze tegengestelde kanten op.
Maar ze weten niet hoe ultiem dat is, die stomme gebeurtenissen.
Hoe onmisbaar en gezond deze goddelijke gymnastiek!
Ze weten niet hoe te fêteren het zijn van spagaat.
Hoe ze boffen door mij te worden gekliefd, precies in het midden.
De gebeurtenissen, zegt een stem in mijn achterhoofd, zullen zich enkel voltrekken.
Domweg voltrekken. Als ongeblutste auto’s die uit zicht verdwijnen.
Zonder hobbels in de weg. Vredig snorrend op weg naar hun bestemming.
Terwijl ik me een ongeluk kijk, kom ik niet verder dan ze nakijken.

Kijk!
Kijk!
Kijk!
Achterblijven mijn gezegende specialiteit.