Er gaat niets boven de ruimte
en de tijd is helemaal het einde
schuimbekte de astronoom
hij kwijnde weg aan een droom
Gewekt door de klok aan de wand
zat hij rechtop in zijn luie stoel
Niks aan de hand hoor, zei hij
ik voel alleen een leegte
Zijn vrouw breide door
en de Melkweg bleef zichzelf
tot slagroom roeren
Heel mooi, dank U!!
Wat een enorm knus gedicht.