In het huis mijns vaders
zet ik de ramen open
want er zijn vele kelders
Hij is elders
bezig met bladerblazers
In de tuin branden hopen
verboden bladeren
Maar tegen zijn zin in
waait de rook naar binnen
en de rookmelders zingen
de doden wakker
In het huis mijns vaders
zet ik de ramen open
want er zijn vele kelders
Hij is elders
bezig met bladerblazers
In de tuin branden hopen
verboden bladeren
Maar tegen zijn zin in
waait de rook naar binnen
en de rookmelders zingen
de doden wakker
Van de andere kant gezien
is waarheid illusie
en ja nee of misschien
Tussen liefde en ruzie
ligt een leeg land, louter
zee, strand en woestijn
De schepen zeilen er
op jouw adem
in het licht van jouw ogen
Niemand daar vademt jou
Mijn vader is hun conclusie
Ze doden in zijn naam
Zijn woede was hun onweer
Hun wereld is nu woest
en ledig
Maar onder een rode maan
kus ik je
en daar komt de zon weer
Er gaat niets boven de ruimte
en de tijd is helemaal het einde
schuimbekte de astronoom
hij kwijnde weg aan een droom
Gewekt door de klok aan de wand
zat hij rechtop in zijn luie stoel
Niks aan de hand hoor, zei hij
ik voel alleen een leegte
Zijn vrouw breide door
en de Melkweg bleef zichzelf
tot slagroom roeren
Mijn ik is een monnik
in een lege bovenkamer
zit zijn cel, een lege blik
zijn geblindeerde ramen
Stil zegt hij
amen
de muren hebben ezelsoren
De buren horen hem
in alle hoeken en gaten
naar een wezen zoeken
en in zichzelf praten
Hij luistert naar goddelijke namen
de wind fluistert door de kieren
hij vindt verzuurde papieren
kluisters die hem binden
uren vol getik
Langzaam maar zeker
komen de muren op hem af
deze bovenkamer wordt zijn graf
de blinden vallen af
in een ogenblik
O worm in hout des zijns
o vorm die zijns inhoud wordt
eet je weg door gort
weet je weg door gepeins
Maar veins geen verbazing
met wenkbrauwen van steen
als je oerwouden zijn uitgekotst
in de zee van verdwazing
die voor je voeten klotst
Staar er overheen
Recente reacties