Een kind kan de afwas doen zei moeder altijd.
Ze had er tenslotte negen,
waarvan zeven Assepoesters die het niet waagden
de spiegel te breken.
Moeder hanteerde de harde leer,
geen kans voor meisjeslijven om verschoond
te blijven van oorvijgen of wilgentenen.
Zij waren slechts werkbijen in de raat van elf.
De twee godenzonen, hen ontbrak niets,
zij speelden uit en thuis.
Ok, ja, mooi gevonden!
Bedankt voor je reactie Cilja. Die wilgentenen zul je vast wel herkennen in de ouderwetse mattenklopper.
Goed gedicht Hanny, met in alle strofen mooie vondsten. Ik vind alleen het beeld van de wilgentenen niet helemaal passen, maar misschien mis ik iets. Inhoudelijk herken ik wel iets uit de grote gezinnen van de zestiger jaren. Gelukkig hadden wij een klein gezin en geemancipeerde ouders.