Resultaten voor het trefwoord hen

amorfis – iniduo

langs de grenzen van zichtbaar licht
onttrek ik mij even aan eeuwigheid
tussentijds sta ik kort in het zicht
als speelbal van eigenwijze tijd

hooguit hoogte, waarmerk van reliëf
of diepte in groeven van voordood
gezichten, van mensen die ik nog tref
een rimpel in de vijver van stille nood

heeft het zin te beklijven
gekerfd in beelden, kruimig en broos
voor hen die na ons zullen verblijven
ik, jij, we zijn vormeloos

panelen – iniduo

is het nu zover?

hoe vaak schuiven vogels voorbij
langs luchten uit de hand

als voorbode van kantelend tij
dorsten in zee of verdrinken aan land

nu de bomen ontharen
wil ik hen met liefde omhangen

zeg me niet wat ik al weet;

wie de onrust niet kan bedaren
blijft de keizer van verlangen

er staat een naakte kaarsenmaker op de snookertafel – delphine lecompte

Wat doet die blote kaarsenmaker op de snookertafel?
Niemand weet het, zelfs de jongste zoon van de taxidermist
Kan slechts gissen naar de beweegreden van zijn oom
Het lijkt van ver op plat exhibitionisme
Maar dan ken je de kaarsenmaker niet.

Ik ken de kaarsenmaker een klein beetje
Drie jaar geleden heb ik eens een kaars van hem gekocht
Een kaars in de vorm van een rammelaar
Tussen zijn oren ontsproot de wiek
Na vijf seances met Tolstoj was hij gesmolten.

De blote kaarsenmaker kerft in spiegelschrift
Een anagram van OLIELAMP in zijn buikhuid
Wanneer de psychiatrische beulen met visnetten arriveren
Probeert de jongste zoon van de taxidermist hen tegen te houden
Ze nemen hem ook mee, o wee.

Een week later mogen beiden bezoek ontvangen
Ik bezoek eerst de kaarsenmaker
Hij draagt een geruite pyjama
Die ruikt naar de vorige 100 gebruikers
99 van de 100 vorige pyjamagebruikers waren imkers.

Dat wist ik niet, het verrast mij
Dat imkers zo gemakkelijk ten prooi vallen schizoïde betrekkingswanen
Ik heb kersenbonbons, een houten nijlpaard, en ‘Oorlog en Vrede’ meegebracht
De kaarsenmaker is dankbaar
Omdat hij dankbaar is krijg ik een kus op mijn clitoris.

Daarna bezoek ik in dezelfde kamer met lege handen
De jongste zoon van de taxidermist, hij slaapt naakt
Ik streel zijn penis niet.

doe maar rode wijn – bert de kerpel

In de coulissen van het kousenparadijs
resten enkel doorgewinterde stopsters
die gaten en ladders van garen voorzien,
zodat men via die laatste de upper class
op een voetstuk kan bedienen met pladijs.

Onder hen hebben de meesten in jaren
geen tijdloze films meer gezien, laat staan
een band gehad met minderjarige minnaars.

Hun mannen, kompels uit de jaren zeventig
onthoofden de dame met testamentresten
van een rist ontheemde kameraden.

over de grens – jan theuninck

over de grens - jan theuninck

aanlokkelijk is
het grensgebied
er blijven hangen
in de grijze zone
het spel gadeslaan
van heen en weer
zien hoe ijdelheid
en macht
hen opjaagt
tot ver
over de grens…

kentering – joost de jonge

Aan de woerd
Binnen een stelsel van versterkte wallen
Ligt een stuk hout aangemeerd
In de grond verzonken
Tot de natuur nimmer weergekeerd
Boven een droge slotgracht
Waarin het onkruid groen golvend omhoog grijpt

Twee oudgedienden stappen van plank tot plank
Zij lopen door de verbrokkelde muur
Toegang tot een oude veste
Vestibule waar, in stille beslotenheid
Onder de bladeren van een oude eik
De notabele slachtoffers van weleer
Dwalen in het oneindige van het menselijk geheugen

Na het voorgeborchte is er een open ruimte
Kanonskogels liggen hier grijs tussen groen
Het lijkt wel of ze daar zojuist zijn neergekomen
Zij verrinneweren nu geen muren meer
Het oude bolwerk ligt om ons heen
Paadjes tussen distels, brandnetels en kleurige veldbloemen
Lijden ons naar kerkers van die men ooit verdoemde

Wij dalen af met de burchttoren links van ons
Deze staat als een dolk in de grond
Een wond, waar struiken als bloed uitvloeien
Wij gaan door de boogstelling en lopen in
Een doortocht van smalle strepen muur tussen een blauwe lucht
De bannelingen die hier achter tralies zaten
Zijn vergeten kreten van menselijk leed

Nu beschermt hen slechts de wildgroei
De ban en zijn landzaten
Sidderen in broeierige aardkluiten
Waar het water en de wind een woestenij creëren
Is het dat zij nat van regen lamenteren
De gesloten tralies van weleer weigeren weerbarstig
Toegang tot een open domein
Samen blikken wij de ruimte in

perceptie – dani nacca

Ik ben mijn tong verloren,
na hem te hebben besproeit
met hemelsstoffen

vage herinneringen aan
een wereld zonder hen,
zonder aarde

Het bos klampt zich aan mij vast
Geuren lokken kleuren, houden.
Reigers loeien stoutmoedig in
de hoop door te dringen,
mijn hersenpan, ze wikken hem
open met grote snavels, maar
de pot is leeg.

Later was niet langer van toepassing,
wanneer we onszelf terugvonden
in het dakloze huis aan de waterkant.

zachte heelmeesters – maaike klaster

Misschien lopen er mensen rond op aarde die precies weten
wat ze kwaad doen en daar dan stiekem, als ze denken dat
niemand kijkt, stilletjes om moeten lachen, niet kunnen
stoppen met grinniken wanneer je dan eindelijk tegenover
hen aan tafel zit, die net doen alsof ze een beetje dom,
onnozel zijn. Zelfs met die eed van Hippocrates op zak.
Er was een dag in 2008 dat ik zo verscheurd werd door
emotionele pijn dat ik schreeuwend en kermend op de grond
lag. Eén dag werd twee dagen; twee werden er drie, vier, vijf,
etcetera. Hoewel ik volledig bij zinnen en 100% bij verstande,
toerekeningsvatbaar was, in volzinnen sprak, heel duidelijk
kon uitleggen wat er mis was, vond iemand het nodig om mij
officieel psychotisch te noemen en hij voegde er aan toe dat
ik dat waarschijnlijk al twaalf jaar lang, al mijn hele volwassen
leven was geweest, omdat de pijn waar ik over sprak niet in
mijn lijf zat. Over de complete idiotie van die conclusie zal ik
het hier niet hebben; wel over de slotsom van zijn betoog,
van zijn calculerende beredenering. Die klonk ongeveer zo:

“Als jij nu niet jouw jas aantrekt en de straat op gaat, Maaike,
dan zie ik mij genoodzaakt jou gedwongen op te laten nemen
in een psychiatrische kliniek, dan komen ze jou met een
ambulance en een dwangbuis halen, voeren ze jou af. Dat zeg
ik tegen je omdat ik het allerbeste met jou voorheb; dat zeg ik
met een onhandige, jongensachtige glimlach, zodat jij denkt
dat ik heel lief en jouw surrogaatvader ben; dat jijzelf gestoord
en een gek wijf bent; dat wat ik zeg zo hoort. Jou gedwongen op
laten nemen en plat laten spuiten op de gesloten psychiatrische
afdeling van het dichtstbijzijnde ziekenhuis is geen probleem
voor mij, want ik ben een arts met een bevoegdheid en jij hebt
geen diploma. Jou gedongen laten opnemen is het beste voor
jou, voor mij en voor iedereen in deze stad.” Gevolgd door dit
klinkende en met medailles behangen slotaccoord: “Daar wil de
burgemeester graag zijn handtekening voor zetten.” Alsof het niet
om mijn leven ging, maar om een verhaal van Annie M.G. Schmidt
dat hij voor de grap aan mij voorlas. Alleen meende hij het echt.

Dat was het kwaad in zijn zuiverste vorm en door mij destijds en
tijdens vele gelegenheden daarna bij de wortels uitgeroeid.
Dat doe ik nog steeds en dat zal ik altijd blijven doen. Daar wil ik bij
deze graag mijn handtekening voor zetten, want ik heb uiteindelijk
geen universitaire graad behaald, maar ik heb wel een pen.

Was getekend,
M. Klaster

verhalen van derde etage – maaike klaster

1.

De geur van pizza in de vooravond,
God die naar me lacht.
Hoe kan ik al die mensen bedanken
die mijn hart in dat van hen bewaarden
toen het de stank van Satan was
die door de deur van mijn oven kroop?
Ik houd ze in mijn eigen hart en
wieg ze als een pasgeboren baby,
denk aan borsten vol met goede moedermelk
als ik de gesmolten mozzarella eet,
leef nog steeds.
 
 
2.

Ook al is dit een leren bank
in een kamer van een woning
op de derde etage, en heb ik
aarde onder mijn nagels,
ik zou zweren dat hier een zee
zat, dat al het zoute water dat
ik ooit zag, de Middellandse zee
vanaf de achterbank, in golven
over mijn lippen zou stromen
als ik mijn mond nu open deed.
Daarom schrijf ik het.
 
 

3.

CONCHITA

Misschien ben ik een schelp
en zing ik zachte liedjes voor jou
die alleen jij kunt horen
wanneer jij mij tegen jouw oor aanhoudt.
Luister maar. Daar ga ik al.

* – maaike klaster

De Bijlmermeer in zwart-wit.
Het startsein van een man met idealen.

Mijn vader met lang haar en onze eerste zwarte hond
aan het voetballen met mannen die ik later mijn ooms zou noemen.
Mijn moeder met een zakdoek om haar hoofd.

Met z’n allen in beweging op een 8mm film.
Wie wilde hen niet zijn?

De soundtrack van voor mijn tijd illustreert de torenflats:
All along the watchtower. Voorgeboortelijk paradijs.