kentering – joost de jonge
Aan de woerd
Binnen een stelsel van versterkte wallen
Ligt een stuk hout aangemeerd
In de grond verzonken
Tot de natuur nimmer weergekeerd
Boven een droge slotgracht
Waarin het onkruid groen golvend omhoog grijpt
Twee oudgedienden stappen van plank tot plank
Zij lopen door de verbrokkelde muur
Toegang tot een oude veste
Vestibule waar, in stille beslotenheid
Onder de bladeren van een oude eik
De notabele slachtoffers van weleer
Dwalen in het oneindige van het menselijk geheugen
Na het voorgeborchte is er een open ruimte
Kanonskogels liggen hier grijs tussen groen
Het lijkt wel of ze daar zojuist zijn neergekomen
Zij verrinneweren nu geen muren meer
Het oude bolwerk ligt om ons heen
Paadjes tussen distels, brandnetels en kleurige veldbloemen
Lijden ons naar kerkers van die men ooit verdoemde
Wij dalen af met de burchttoren links van ons
Deze staat als een dolk in de grond
Een wond, waar struiken als bloed uitvloeien
Wij gaan door de boogstelling en lopen in
Een doortocht van smalle strepen muur tussen een blauwe lucht
De bannelingen die hier achter tralies zaten
Zijn vergeten kreten van menselijk leed
Nu beschermt hen slechts de wildgroei
De ban en zijn landzaten
Sidderen in broeierige aardkluiten
Waar het water en de wind een woestenij creëren
Is het dat zij nat van regen lamenteren
De gesloten tralies van weleer weigeren weerbarstig
Toegang tot een open domein
Samen blikken wij de ruimte in
Geef een reactie