Hertensnoet ge bent bebloed
Hebt ge geuren geroken van uw moederkreng
Wacht ge de beet af in haar navelstreng
Voor ge uit het struikgewas tevoorschijn moet
Sla gelijk uw hoeven voor de ogen
Huil gerust, maar liever heel discreet
Blaas daar even uit, doch slaak geen kreet
Stokstijf zitten zo, verdoken, voorovergebogen
Uw toekomst ligt vast nog helemaal open
Dat ranke lijf groeit als ge gulzig kunt vreten
Dan zult ge later sneller ’t gevaar ontlopen
Voor ge uw schuilplek verteert, blijf voort diëten
Uw moeder heeft het leven met u moeten bekopen
Haar lompe dood, zij en jij uiteengereten
Reageer