Resultaten voor het trefwoord u

de weddenschap – pallas van huizen

Betreft: Winstverbod en 50% belasting op alles wat men ontvangt en uitgeeft, voor iedereen.­

Geachte lezer,

Naar aanleiding van het feit dat men in Nederland 5 tot 6 procent rente over de hypotheek op de woning betaalt en dat de hypotheekrente bij de belasting aftrekbaar is, schrijf ik u. ­

Het is alsof god en de duivel elkaar de hand hebben geschud en ergens op aarde ooit een muntje hebben neergelegd en met elkaar de weddenschap hebben afgesloten dat de mens wel of niet verantwoordelijk met het geld om kan gaan.­ De duivel zei dat we het niet kunnen en god zei natuurlijk dat we het wel kunnen.­

Het huidige economische systeem zit scheef in elkaar, we weten niet eens hoeveel geld er daadwerkelijk op de wereld aanwezig is en er blijft veel geld bij de banken steken waar eigenlijk de gemeenschap recht op heeft.­ Rente vragen mag, louter en alleen om de kosten te dekken. ­

Doordat banken winst maken op de rente en dat geld niet terugkomt bij de gemeenschap ontstaat er een financieel gat die de dingen duurder maken en de lasten zwaarder.­ Zo kost een woning in Nederland door de winstmakende rente van de banken vaak meer dan dat de woning daadwerkelijk waard is, waardoor scheefwaarderen ontstaat en mensen als slaven moeten werken om het hoofd boven water te houden.­

Om deze vorm van moderne slavernij door de banken tegen te gaan stel ik voor dat er een winstverbod komt en dat iedereen 50 procent belasting gaat betalen over alles wat men uitgeeft en ontvangt, zodat het geld wat aan de gemeenschap toebehoort daadwerkelijk terugkomt bij de gemeenschap, mensen gezond en opgeleid zijn, mensen in een schoon en veilig milieu leven en mensen gewoon genoeg inkomen hebben om te kunnen leven en niet te hoeven overleven, en dat het geld van de gemeenschap weggehaald wordt bij de banken die dat geld nu hebben door de veel te hoge rente die zij rekenen, die veel meer is dan de daadwerkelijke kosten van het uitlenen van het geld alleen.­

In afwachting van uw antwoord hoop ik u hierbij voldoende geïnformeerd te hebben.

remplaçant – august tholen

Broer die ik liefde noem,
hoe vaak kwamen we elkaar
niet tegen in de zachte delen
van de nacht, in het craquelé
van oude verflagen en in pas
gewassen winkelruiten?

Altijd als vreemden, omdat
op jou geen naam wachtte
daarbuiten, enkel verlossende
handen om je gruizelig lichaam
van schede naar graf te dragen.

De taart en de slingers, het
gelach en de koekjes met de
tekst ‘U staat op het punt om
een onbekende weg in te slaan’
waren voor mij, je remplaçant.

Een goed moment, leek me,
om zelf eens op te staan uit
dat graf waar ik zolang
in gelegen had,

verstoken van poëzie, de
beloften en dagen tellend
op de vingers van één hand.

verschil moet er zijn – pallas van huizen

Betreft: Afwijkende denkwijze wat betreft de acceptatie van homoseksualiteit ten opzichte van hoe er over geschreven wordt in de Thora, Bijbel en Koran

Arme mensen,

Ongelovigen zullen mij geloven,
gelovigen zullen mij niet geloven,
seks en intimiteit is natuurlijk privé,
ook als je heteroseksueel bent
tolerantie dwing je niet af,
maar het lot,
daar waar we allemaal zo bang zijn voor het oordeel
bang voor liefde die je niet kent
diepgewortelde haat tegen alles wat anders is
omdat je denkt
dit kan echt niet
maar laat me u dit vragen:
wat is er mis met mensen die van elkaar houden?
elkaars hand vast willen houden?
ook al zijn ze van hetzelfde geslacht?
wat is er mis met mensen die elkaar willen zoenen?
ook al is het niet wat je verwacht?
Sodom en Gomorrah, Europa en Amerika?
Het prediken van haat, zelfs tegen homo’s
is louter kwaad
laat elkaar in zijn of haar waarde
en laat elkaar gewoon eigen keuzes maken.­
Het maakt helemaal niets uit wie of wat je bent
als je maar jezelf kan zijn
vooral thuis en in het openbaar
waar iedereen je kent.­

***­ Gedicht, gids naar aanleiding van wat ik op wikipedia las over profeet ‘Lut’

Lut

Lut (lees: Loet) (Arabisch: ) is in de islam een profeet en boodschapper die door God werd gezonden naar de bevolking van Sodom.­ Lut is één van de profeten wiens naam in de Koran voorkomt.­ Hij is in het jodendom en christendom bekend als Lot.­

De profeet Lut is volgens de islamitische traditie de zoon van Haran, de broer van de boodschapper ibrahim.­ Nadat Lut samen met Ibrahim uit het land van Nemrut naar Damascus emigreerde, werd hij door God voor de bevolking van Sodom als profeet gezonden.­ Hij verkondigde aan de mensen daar het geloof van de boodschapper Ibrahim.­ De bevolking van Sodom was ver verwijderd van geloof en moraliteit en de mannelijke bevolking pleegde openlijk homoseksualiteit.­ De Koran maakt duidelijk dat Lut de bevolking meerdere malen opriep om naar de geboden van God te leven en een einde te maken aan homoseksuele handelingen.­ Hij werd hierop bedreigd met ballingschap uit Sodom.­ Hierdoor verdienden zij de toorn van God.­ Gods boodschappers Gabriël, Michaël en Uriël kwamen in de gedaante van drie jonge mannen naar Ibrahim toe en deelden hem het nieuws mee dat zij de bevolking van Sodom zouden gaan vernietigen, maar dat zij Lut en de gelovigen zouden redden.­ Ook verkondigden zij aan hem de geboorte van zijn tweede zoon, die Ishaq zou gaan heten.­ Nadat de engelen Ibrahim hierna hadden verlaten kwamen zij naar Lut.­ Toen de bevolking hiervan wist, kwamen zij naar het huis van Lut en vroegen aan hem om de drie jonge mannen aan hen over te leveren.­ Nadat de drie jonge mannen de machteloosheid van Lut tegenover de bevolking waarnamen, maakten zij hem duidelijk dat zij Gods engelen waren en dat hij zich niet over zichzelf zorgen hoefde te maken omdat zijn volk hem niks kon doen en de volgende ochtend vernietigd zou worden, waaronder zijn ongelovige vrouw.­ De volgende ochtend werd de bevolking van Sodom samen met de stad volledig vernietigd.­ De stad werd op zijn kop gezet en werd vanuit de hemel bestookt met stenen.­

Na de vernietiging van zijn volk werd Lut samen met zijn volgelingen door God naar de Hidjaz gestuurd.­ Tot zijn dood zou hij daar blijven.­

Volgens een Hadith zou Mohammed hebben gezegd: Na mijn heengaan ben ik het meest bang dat mijn gemeenschap datgene (homoseksualiteit) zou gaan doen, hetgeen de bevolking van Sodom heeft gedaan.­

NB.­ In het verhaal wat ik van Lut ken, zegt Lut tegen de bovennatuurlijke mensen (Zeus, Hera, Apollo, Artemis, Dionysus, Pallas Athene etc..­) die denken dat ze de goden zijn, dat zij geen goden zijn en dat er maar 1 god is, in principe wat alle profeten zeggen dus en wat ik ook zo ervaar, het verhaal vertelt dat die bovennatuurlijke mensen allemaal in een kasteel op een berg zaten en dat zij en dat kasteel na een oorlog met Lut vernietigd zijn door god.­ Wat volgens de vertelling het bewijs zou moeten zijn dat er maar 1 god is.­ Een heel ander verhaal dus dan wat er op Wikipedia geschreven staat.

fictieve personages 2 – manja croiset

besloten geen nieuwe relaties
aan te gaan
de ware zal ik toch nooit
ontmoeten

aandachtig sta ik op een tentoonstelling
een schilderij te bekijken

een warme mannenstem
achter me zegt
u lijkt op haar

voornemens de opmerking te negeren
maar mijn nieuwsgierigheid
is sterker

me omdraaiend komt mijn blik
terecht in vriendelijke onderzoekende ogen

in een poging me te verweren
zeg ik vinnig
een variant op
ik ken u ergens van
nee zegt hij
ik ken u niet maar ik zou
u graag leren kennen

iets minder bits zeg ik
onder het “genot” van
een glas wijn zeker

hij blijft charmant
in goed gezelschap heb ik
geen alcohol nodig
dient hij van repliek

gelijktijdig schieten we in de lach

en het pleit is beslecht

getuigen opzoeken – serpil karisli

        (Gesprek met de geliefde)
 
– Zei u iets?
– Ja, dat ik langzaam ben. U begreep mij niet.
– Tijd, u had het over tijd. Welke tijd is u en mij toebedeeld?
– U bepaalt uw tijd…
– Weet u ik vraag me af soms, of u bestaat,
of dat u bent opgezogen uit de ruimte, gevallen in tijd, verdwaald… Ik lach dan altijd, maar het is niet zo’n vrolijke lach…
En… dan begint de tijd weer.
– …
– Bent u er nog?
– …
 
 
        (Gesprek met tijd)
 
– Waar bent u?
– Ik ben hier.
U bent er ook.
– Ja, hoe lang?
– Ah…tijd, u heeft het over tijd. Weet u het vlees, het denken, het wezen
heeft gebrek aan tijd.
– U maakt mij bang. Nee niet u, maar ik en de anderen in ik.
Ik vraag me af of ik en u… U maakt mij bang! Bent u er nog?
– Ja al een tijd.
– Neemt u mij mee of laat u mij achter in…?
– In tijd? Weet u hoeveel tijd ik in u ben? Geen. En u
in mij? Altijd.
 
 
        (Gesprek met de dood)
 
– Ik weet dat u er bent.
– U ziet mij?
– U ziet mij ook. U bent er al-tijd.
– U roept mij?
– …

een ziel in drieborg – berry tunderman

Ik ging naar Drieborg
Want het heeft een naam.
En het ligt eigenlijk.
Hier best een eind vandaan.

Tegen de storm in op de fiets.
Want Drieborg heeft veel ruimte.
Maar fiets je hard genoeg
Voel je daarvan bijna niets.

Over Drieborg wordt weinig gesproken.
Misschien wat gefluister in de duisternis.
Alsof het er stikt van de spoken.
Dat het er niet pluis is.

Drieborg is zelden beschreven.
Het weinige dat we weten.
Is dat er nog veel communisten leven.
(Maar tussen U en ons)
Die hebben het allang begeven.

Word je in Drieborg overvallen.
Door honger, dorst of plotse jeuk.
Om 5 uur gaat Het Noorderlicht open
Voor bier, patat, hoor dan de wichies lallen.

Voor elke Drijborger zijn er zwei te veul.
Sprak ooit een laaiwabbe uit Vlagwedde.
Maar krek toen lag een een Drieborger.
Lekker met zain wief op bêdde.

De hoofdstraat slechts een karrepad.
Wel geasfalteerd want je moet toch wat.
De smidse: vuur en muur, koud en kil.
In Drieborg is het al te lang te stil.

Ze zeggen dat je erop kunt wachten.
Dat zelfs de spoken het dorp verlaten.
Niets dat we al wisten.
Geen Drieborger laat zich kisten.

Ik sprak een ziel in Drieborg.
Goedgeluimd en weldoorvoed.
Stond een reiziger te woord als dat hoort.
Als was mijn last zijn eerste zorg.

Is er dan echt geen brug in Drieborg?
Zo hoor ik een stille vraag.
Maar of die mijn fiets zal houden.
Blijft nog steeds wat vaag.

Natuurlijk zijn er geen drie borgen.
Als je Drieborg binnenfietst.
Statig pronkend met hun tuinen.
Het Noorderlicht: – verders niets.

Je kunt het keren, je kunt het draaien.
De boeddhist in mij kreeg wat hij zocht.
Niks te eten, niks te halen.

Niet voor een moment geborgen
Laat staan even uit de tocht.

brandhout – jaco wouters

Dat u mij persoonlijk zou willen spreken,
maar de ijskoude winter dat verhindert.
Natuurlijk, ik slaap niet alleen,
alleen die ene keer was ik erg onder de indruk.

Zeker, het mollige meisje
aan de rand van de vijver met wie
zoals altijd de dagen voorbij gaan
zou boos moeten zijn.

Maar wat wilt u van mij?
Dacht u dat ik meer dan ditjes en datjes weet
dat de ijskoude winters in een mum van tijd ontstaan?

in infinitum – rob van de zande

Uit al hetgeen met verderf is bezaaid,
Prijkt uw schoon enig tegen jaren aan
Dat oogst fijner dan het jongste graan
In bloei hult waarop oneindigheid laait.

Want als des levens komst u zal verzuren
Of de dood in u zoet een tombe delft,
Zal een helle schim ons als wederhelft
In plaag dopen tot het vergane der uren.

Ik zeg u, liefste, met nederige toon
Dat dit schouwspel u in mondain vertoon
Nimmer naar plotrede zal bezingen,

Want aast aarde op mens als sluwe rover
En laat wereld geen vernuft van zich over,
Toch blijft u erfgoed zijner wentelingen.