getuigen opzoeken – serpil karisli
(Gesprek met de geliefde)
– Zei u iets?
– Ja, dat ik langzaam ben. U begreep mij niet.
– Tijd, u had het over tijd. Welke tijd is u en mij toebedeeld?
– U bepaalt uw tijd…
– Weet u ik vraag me af soms, of u bestaat,
of dat u bent opgezogen uit de ruimte, gevallen in tijd, verdwaald… Ik lach dan altijd, maar het is niet zo’n vrolijke lach…
En… dan begint de tijd weer.
– …
– Bent u er nog?
– …
(Gesprek met tijd)
– Waar bent u?
– Ik ben hier.
U bent er ook.
– Ja, hoe lang?
– Ah…tijd, u heeft het over tijd. Weet u het vlees, het denken, het wezen
heeft gebrek aan tijd.
– U maakt mij bang. Nee niet u, maar ik en de anderen in ik.
Ik vraag me af of ik en u… U maakt mij bang! Bent u er nog?
– Ja al een tijd.
– Neemt u mij mee of laat u mij achter in…?
– In tijd? Weet u hoeveel tijd ik in u ben? Geen. En u
in mij? Altijd.
(Gesprek met de dood)
– Ik weet dat u er bent.
– U ziet mij?
– U ziet mij ook. U bent er al-tijd.
– U roept mij?
– …
Geef een reactie