geboorte – eelke van es
Waar zijn mijn machtige woorden?
Ik lag al te wachten in uw oor.
Krakende mensen schreeuwen chocola:
mijn hemd is vet en feestelijk versierd.
Ik werd verliefd op een dokter die
nog moet studeren. Een vroedvrouw
met lamme armen schoof me aan de kant.
een vroedvrouw met lamme armen – doet me denken aan de bevalling waar ik ooit bij aanwezig was en waarbij het gewenste kind de hobbel van het schaambeen niet kreeg genomen.
De co-assistent, een man met de onderarmen van een harige Achilles, legde één van die onderarmen dwars tegen de inmiddels tot mythologische proporties gezwollen buik van de aanstaande kraamvrouw en daar dan weer de andere onderarm en zijn volle gewicht achter om aldus, duwend alsof hij stugge verf een onwillige tube uit moest zien te krijgen, een rol van doorslaggevende betekenis te spelen in het waarlijk episch gebeuren.
Vraag is natuurlijk welke rol ik er zelf in speelde.
Er staat me iets van bij dat ik het kind was.
Maar zeker weet ik dat niet.
Misschien komt het omdat ik bij iedere schaamtehobbel die ik moet nemen een onderarm in mijn nek voel.
maar misschien moet ik het
ook maar eens proberen met
de en
ter
toets
Laten we zeggen dat ik deze gedichten nog waziger vind dan een achteruit stekende kont.
Langzame duizeling.
Klinkt als wagenziek worden in een file.
Ik breek de chocolade uit je haren,
zo zoet keek je me aan,
nu kom je tot bedaren
onder de koude kraan.
Jij krijgt de heldenrol
om langzaam uit te doven,
meer kan ik niet beloven,
mijn dag is overvol,
mijn hart opzijgeschoven.
Je bent een toverkol,
vol zoetigheid maar hol.