Resultaten voor het trefwoord eelke van es
Nu doe ik het weer
Ik schrijf als een heer
Voor Aad
Die als een mijnheer
Zoals ik dicteer
Daar staat
Hij stinkt als een beer
Maar doet keer op keer
De vaat
Wat doet het toch zeer
Zoals hij ’t geweer
Ontlaadt
Vroeger, heel vroeger, wilde ik vuilnisman worden. Of eigenlijk vuilniswagen, met een grote malende mond die alles wat de mensen er maar ingooiden – vuilnis, teevees, schijnbewegingen, kleine huisdieren – in enkele bewegingen verslond. Dat was vroeger. Vuilnis is er sindsdien altijd geweest. Maar het verlangen een vuilniswagen te zijn verdween al snel. Ik werd liever dierenarts, of voetballer; rotzooi en blessures zo veel mogelijk vermijdend. Ook voor deze beroepen bleek ik, om onjuiste redenen, ongeschikt.
Maar eerst de Denen,
daarna Deutschland, Portugal,
grote wedstrijden,
Özil, Ronaldo,
de Duitse Madrileen
en ’t vleugelflitsend fenomeen,
playboy player of the year.
Nu wij weer,
Oranje,
topfavoriet
(wie weet dat niet?)
topfavoriet Oranje
of in ieder geval
‘een gevaarlijke outsider’
met spelers uit grote landen
plus een grijze wijze coach,
doodgewoon gebleven,
gek op zijn schoonzoon ook.
De vorige grote prijs,
de WK-finale,
is reeds uit beeld verdwenen.
Dit zou ons jaar wel eens kunnen zijn.
Maar nu dus eerst de Denen.
Rampen staan hoog
langs ieder ander woord
los lopende
gekwetsten metselen
tot we geen muur meer zien
tot een uur of 10
als de avond droogt
onder de felle lampen
Bas en Aad
ze hijgen hoorbaar
hoor maar Bassie
doerak doelloos
in de ca-ra-van
Den Robin ruikt geboefte
oef de haas zoefft
die Pakete door het bos
de voswachter snoept
de waanzinnige huizen
vuistdikke knuisten
wuiven de bijen bijeen
suf of versuft ja
wuft rond den Bas en den Aad
Hier staat gelijk aan dood
dood is gelijk aan brood
brood staat gelijk aan voer
voer staat gelijk aan dier
dier is gelijk aan hier.
Laat mij binnen,
wat kan ik nog beginnen
om jou voor mij te winnen,
wat moet ik zonder jou?
Jij bent de mooiste vrouw,
ik schreeuw mijn keeltje rauw
omdat ik zoveel van je hou.
De jury spreekt
en wreekt zich met vuur.
Later groot later dood,
eerst nog door zielenpoot,
als een eendje in nood
in een donkere sloot.
Hoor je goed wat ik zeg?
Al het licht kruipt ver weg
in een schaamrode heg.
was ik niet thuis
mijn moerstaal stokte
bij de vrouw aan het fornuis
was ik niet thuis
we liepen deftig door het huis
toen rotwijf uit mijn longen klokte
was ik niet thuis
mijn moerstaal stokte
in ‘t dichte oog
ontstaat de spijt
hees hapert de genegenheid
in ‘t dichte oog
dat kranig met jouw blikken spoog
van haat bevrijd
in ‘t dichte oog
ontstaat de spijt
Recente reacties