Fonkelend nieuw in de stad
houd ik de woorden van een wijsgeer
onder de arm en citeer
maar de stilte is er niet
geen flard van de tijd in de hand
leegte vul ik met hevige onzekerheid
ik leer met woorden een betoog te houden
maar in debat stemmen we nooit overeen
in steeds andere taal zeg ik wat onbegrepen blijft
zonder taal kom jij dichterbij
en als je vertrekt, houd ik de stof
van jouw jas klem tussen mijn vingers
met een nieuw seizoen vangt
het stamelen aan
als stilte invalt ga ik spreken.
Reageer