In het koude raam klappert
mijn uitgebroken glimlach.
Het wordt avond want
de wolken worden zwart opgesteven.
Aan de rand van het bloemetjestapijt
maakt mijn schildpad de ogen open.
Hij loert naar de duiven op het balkon.
Vandaag doet hij ze geen kwaad.
Onder zijn schild glimt een ei.
Tegen zijn huid spartelt jong leven.
Reageer