Je roept me bij mijn naam
ik hang mijn haren uit
en wacht
het daglicht klimt
ergens speelt een pad
voor prins
ik hoor het aan zijn kwaken
weer een spinnewiel
te gaan
voor een dag vol goud
vrouw Holle lacht
ze droogt de schone was
strijkt strakke plooien
in tijd
maar alleen
het daglicht weet dat
ik geen Repelsteeltje heet.
Reageer