de zomaaraanspraak van een vrouw – martin m aart de jong

Ze stemt prettig op deze voorgedane morgen. De onbegrijplijke
preciesligging van Zuid op mij verhalend met haar helderogende
alsofkennis. Negerzielig voelt ze de wereldburgerbende van de stad
in mijn denkbaarheid.Het andere loopt uit op haar geldelijke terugvraag naar de teringeindelijkheid van Zuid. Alles valt weer genetplaatst.

Reageer