de gulle gever geopenbaard – eelke van es
Ja maar Jezus de juf doet het met mijnheer Bram.
Wij staan als vleermuizen in het koude donker,
de paraplu’s opengeklapt, waxinelichtjes
allang uit, wind en regen op rode handen.
Wij we willen chocolade
marsepeinen kikkerbil
een chocoladetrein die tuft
kom niet aan met mandarijnen
Waar zijn hier de weldoeners. Poenscheppers.
Tandjes kringelen langs de voordeur,
de gordijnen gebaren loop maar door,
warme fruitvliegen lachen ons pardoes uit.
Het steekt zo erg mijnheer. Mijn gewicht
plus serieus gezicht vele regens later
dat is mijn grondige gewicht in zeven stenen.
Verwerp mij
en zeven maal zal ik een hartje smoren.
Zeven maal mijn vuile naam verspreiden.
Zeven met ogen overladen buikjes dichten,
dieplichte kavels, kleuterjuffen van stavast.
Geef een reactie