Laten we dit moment van luwte aangrijpen
Of anders samensmeden tot gietijzeren wil
Op het gevaar af zeewaarts te waden
En toch terzijde het volgende, marginaal
Rechts waterdragend (eenmaal op weg)
Elke keer gezeik, normatief voorgebakken
Genoeg van gewoon doen, aanpassen
Van voortuinen, vensterbanken, grasmaaien
Dure tankbeurten voor ik het vergeet
Hoeveel voet gaan in een meter bier
Ons perspectief kan gelukkig meer bevatten
Dan de berging en zo nodig vloeibaar
Er is dus sprake van wederkerigheid
Weliswaar met beperkingen maar toch
Ik zie het als een eerste stap, een begin
We zijn voorbereid als de vraag toeneemt
Hier of elders, maakt in principe niet uit
We zijn er klaar voor, beslagen ten ijs
Buslijn 12
Gesitueerd rond beteugelde geneugten
Nog één nachtje slapen
Resultaten voor het trefwoord vreemde
een leven met inkt geschreven
vreemde tekens in een schuttingtaal
graffiti op de muren van een pissoir
na jaren vervaagd zelfs onleesbaar
doen vermoeden dat schrijver dezes
onaanraakbaren dragen de kist
voorop de man met de hamer
gerechtsdeurwaarders in frak
zingen een lied vol nostalgie
hier wordt een encyclopedist
stijlvol ten grave gedragen
Wanneer komen ze me halen, ik wacht nu al zo lang.
Lichtjaren verwijderd, lichtjaren onbegrepen.
Red mij uit deze vreemde wereld.
Ik ben nog niet herkend, maar iedere dag kan het gebeuren.
Goed vermomd, lijkt niks menselijks mij vreemd.
Behalve dan het menselijk zijn.
Lichtflitsen, herrie makende chaos.
Dit kan niet, mag niet mijn wereld zijn.
Willekeurige rampen, nutteloos leed.
Ik kan niet in even diep water zwemmen als zij, mensen.
Maar ik blijf nog drijven, druk watertrappelend, dat wel.
‘Kom me halen’, roep ik naar boven’.
Eerdaags gaat het gebeuren.
tasten is voelen ik voel niets
anders dan mijzelf
ben ik
een vreemde onder de huid
die te lang in het water heeft gelegen
een vrouw die nooit weten zal
waarom liefde uit de wortel is geperst
gedood eer ze leven zou
hier is niemand
hoor ik haar zingen
de kleine meid
met de grote ogen
ze heeft het
van geen vreemde
wij zijn één
en al afwezigheid
ze voelt aan kwarts en glimmer
in haar kinderhand
wonderlijk
klare kiezels
blijven zwijgend zand
ze kijkt door kleur en tover
in haar kinderoog
onnozel
blauwe blikken
bezien nooit voorbij de hemelboog
ze spreekt gul en louter
met haar kindermond
kwetsbaar
vreemde vragen
verliezen hun argeloze grond
dan gaat ze
in haar kinderhoofd
naar zanderige lome luchten
verhoort daar
levenslang
de geldigheid van het vervluchten.
De dag vertalen in een grap.
De stad uit dwalen met
een lach en aan de poort
de tol betalen. Piep.
Het gezag hing vroeger
mensen op. Dat Galgewater.
Ze zijn allemaal geteld.
Er rolden hoofden op
een steen werd recht
gesproken. Pek en veren
opgestoken en een vrouw
werd in een ton gehezen
na gewezen, uitgefloten.
De tijd van nu wringt alles
uit. Een bangalijst.
Een meisje in de trein
geeft telefonisch
haar geheimen prijs
aan iedereen die
oren heeft. Ze wil
niet meer naar school
ze is zo bang voor
soortgenoten. Ze
hebben besloten haar
te mijden als
de pest. De stad
glijdt weg terwijl ze
vastgrijpt aan haar taal.
Ze zijn allemaal
niet te vertrouwen zegt
ze houden vast aan niets.
Het is beter dat ik ze verlies.
Mijn sleutels thuis laten
omdat ik weet dat ik later terugkom
en dat mensen dat dan zien en denken kanker
en dat is goed
dan je onderdompelen
in de vertrouwdheid van het onvertrouwde
het rondzeilen in de totale appreciatie
de acceptatie
de warmte van een vreemde stad en dat bekend vinden
een gebouw van vijf verdiepingen hoog
en daar in afdalen
de trap af gaan
dan de kelder in gaan
dan een ruimte vinden gevuld met bas
en dans
en zweet
en born slippy
en een dikke man die schreeuwt
en eist en klapt
en dan tequila
en dan dronken
en dan draaien en in je tegengestelde lichaam vallen
de vloer om-
armen grijpen je
en dan omhoog gooien
en dat dan dagen
en dat mensen dat dan zien en denken kanker
en dat is goed
dat is reizen
dat is leven
Vooropgesteld
dat missen kunst is
Het figuurzagen van dageraden
tamponeren van een vraag
op mijn tong
Obese vogel plus tak
en ik brak
nog voor je je uit mijn leven wrong
Restanten:
theekop bewaart gezicht
en in een vreemde taal
lacht
je handschrift me uit
op het plafond
Denken wil ik niet, dus wandel ik
een gracht, een woonboot, een brug,
een eend die kwaakt,
een boot die voorbijvaart,
zijn als beelden van mijn leven
geprojecteerd op wat ik zie
als ik knipper is het beeld vernieuwd, de envelop vergeeld,
en is er mist in mijn ogen, gevoelens diep ingevroren,
in een etalage kijken de ogen van een vreemde
me aan, dat ben ik zelf, ik kijk van onderen op
mezelf en onberoerd kom ik haar tegen,
de vrouw die ik bezie.
Recente reacties