Wanneer komen ze me halen, ik wacht nu al zo lang.
Lichtjaren verwijderd, lichtjaren onbegrepen.
Red mij uit deze vreemde wereld.
Ik ben nog niet herkend, maar iedere dag kan het gebeuren.
Goed vermomd, lijkt niks menselijks mij vreemd.
Behalve dan het menselijk zijn.
Lichtflitsen, herrie makende chaos.
Dit kan niet, mag niet mijn wereld zijn.
Willekeurige rampen, nutteloos leed.
Ik kan niet in even diep water zwemmen als zij, mensen.
Maar ik blijf nog drijven, druk watertrappelend, dat wel.
‘Kom me halen’, roep ik naar boven’.
Eerdaags gaat het gebeuren.
Reageer