Resultaten voor het trefwoord terras

ochtend in berlijn – harry m.p. van de vijfeijke

De dag die als de stad opnieuw begint
heet Himmelfahrt.

Ik trap naar na-oorlogs goed gebruik
de dauw en dekens van mij af en wacht.

Op een verlaten en te vroeg terras.
Alleen, goddank en hemelzacht
heb ik freies Berlin gezien

en mijn bedaagdheid
fris omhoog gedacht.

terras 2 – bennie spekken

kleffe hitte van-
daag zegt de man

hij lacht zolang
de aandacht duurt

dan begint het
zacht te regenen

langzaam druipen
de maskers af

valencia – hans goudart

het eerste ochtendlicht
een streep aan de horizon
donderend aanrollende golven
grote trom onder de onweerswolken
& kletterende hagelstenen op een zinken dak
in de stilte van dit uur

na de koffie aan de kade
een verkwikkende motregen
mild, zachtaardig
een briesje rimpelt
schitterende golfjes over helder water

het geluid van mandolines
dansende bootjes : canaletto
een speels staccato van touwen
tegen vlaggenmasten

ik sjok door de lome middagzon
doffe stappen over een stoffig zandpad
een kiezel rolt voor mijn voet uit
vreemde holle klank
wuivend koren zonbeschenen
goudgeel inderdaad
vaalroze en oker verweerde muren
generaties mysteries daarachter

onder een boom : op-art
verblindend spel van licht en schaduw
beweging, ruisend gebladerte

ik droom een heldhaftig verleden
grootse veroveringen
tromgeroffel, trompetgeschal, violen
en meeslepende liefdesavonturen

er zoemt iets in mijn oor
ik ontwaak
in dagelijkse ongemakken
een droge keel, jeuk.
een insectenbeet
een onbestemd gevoel
over een nooit ontvangen brief

de schemering telt wiegende populieren
aan de einder

aan de einder
valt de avond vlotjes
daar zijn de sterren al

de stad baadt in gekrakeel
nauwe stegen weerkaatsen
rauwe vrouwenstemmen

klaterend kindergelach
bij de fontein
nerveus pulserende motoren
aan de streep bij het stoplicht
opgewonden commentaren, hooglopend
mannen op straathoeken
in groepjes bij elkaar

tussen keuken en eetzaal
zwaaien klapdeurtjes
driftig heen en weer
bestek kletterend neergepletterd
luidruchtig gestapeld vaatwerk

op het terras
in gemijmer verzonken
de oude dichter
laat een boertje

* – berrie vugts

Op het terras bij Lungo parkeren auto’s in en uit

Het terras is uitgeleend, de serveerster snapt
Het koffiekoekje ontploft in mijn hand

Ik voer de duiven pulver, je groet de duiven
Zaterdag komt je broer

Je groet een halve kennis, ze hengelt, je stelt
Me gelukkig niet voor

Op het terras bij Lungo parkeren auto’s in en uit

verplicht nummer – hans van willigenburg

Vandaag had ik op een terras
een gesprek met een bekende
dat naverteld moet worden
om de manier waarop het begon (onzeker),
om de manier waarop het verder ging (tastend),
om de manier waarop begrippen als
‘realiteit’
en
‘dynamiek’
en
‘zelfreinigend vermogen’
stilletjes wisten te voorkomen
dat er afgedaald moest worden
naar iets dat je kon betasten
en de mogelijkheid van afkeuring in zich droeg;
het gesprek moet naverteld worden om de manier
waarop de bekende en ik er duwtjes tegen gaven (subtiel),
om de manier waarop we tijdig wegkeken (onopvallend),
op de manier waarop we simultaan iets te pakken hadden
en elkaar beurtelings de ruimte gaven
over dat ‘iets’ iets te zeggen (genereus),
om de manier waarop de vaart er toen in kwam (gladjes),
om de manier waarop we dat continueerden (met gemak),
om de manier waarop ik hem vervolgens vroeg
of hij nog wat wilde drinken (galant),
om de manier waarop hij meedeelde
dat hij spoedig op een receptie werd verwacht (droog)
en om de manier waarop we elkaar bij het afscheid
een vertrouwenwekkende hand gaven (naturèl).
Om de manier waarop we aantoonden
dat een gesprek tussen twee mensen
geheel inhoudsloos kan zijn op een manier
die geen enkel effect heeft op wat dan ook
en een gevoel van falen of leegte
zodanig kan wegdrukken dat het niet eens
hoeft te worden gewist.

braque – frank fabian van keeren

Braque was gewoon een schilder
die zijn naam eer aan deed

geen kunst.

het was een mooie zomeravond
op het terras in Antwerpen

toen hij te diep in het glaasje keek
en tot hem doordrong dat het zo
niet langer kon

toen besloot hij er
nog maar een paar te nemen

(zo gaat dat als je hard op weg bent
Braque te worden want

hij wist nog niet dat hij de
volgende morgen Braque zou zijn

of misschien wel, maar kon het hem
gewoon niets schelen)

en de volgende morgen was hij dus Braque

hij was het gewoon
ineens

Braque zijn kan je niet
leren

hij was haast een wraque

maar nog net niet

hij kon wel
koffie zetten en zo

en toen – ja zo moet het welhaast
gegaan zijn –

toen bekeek hij het leven ineens
vanuit een heel ander perspectief

hij stond een beetje wankel
op zijn benen

en schommelde en zijn hoofd draaide
en hij zag ook nog een beetje dubbel

zijn verfkwast kon hij niet meer zo scherp
vasthouden

daarmee roerde hij in zijn koffie

stel je voor…

dat hij er nog twee genomen
zou hebben

en zijn auto in de praque
gereden had

arme Picasso

hij zou niet half
zo beroemd geworden zijn

terras – bennie spekken

zij ziet spoken
ik zie de maan

voor vol aan
in het laatste kwartier

donder op
de achtergrond

het weerlicht
liefde’s schimmen

wil je nog wat
drinken kom

laten we gaan

vesuvius – menno wieringa

de gids gaat ons
al prevelend voor
de kale berg op
gids van vader op zoon

je ziet hoe de berg zich verheft
de baai de stad
verder weg eilanden

grommend en reutelend
dan weer donderend
pyroclastische stromen uitbrakend
oh vuurtoren

zo moet Emma Hamilton hem gezien hebben
eeuwige schoonheid
gekoppeld aan haar gezant en vulcanoloog
met haar geliefde Horatio Nelson
hij op zoek naar de Franse vloot
Napels aandoend

ooit de mooiste stad van het heelal
paradijs en vagevuur
het Koninkrijk der Beide Siciliën

de hooggehakte vrouwen
nu in gehuurde gympen
plasticzakken als sokken
aan de staart van de groep

het vuur van de revolutie
heeft de stad niet echt bereikt
de republiek bestond vijf maanden
Maria Carolina was geen
Marie Antoinette

boven is het koud
een gammel café met terras
een molen met ansichtkaarten

al snel verdwijnt de top in de wolken

het plaatselijke gesprek dat de angst met zichzelf voert – hans van willigenburg

Van alle mensen hier op dit terras
weet ik bijna zeker, als ik ze zo zie,
dat ze iets in hun hoofd hebben
zitten, zoiets als een dobbelsteen
die ze bij zichzelf en de ander,
met wie ze in gesprek zijn, liefst
zo snel mogelijk willen zien rollen
of kantelen op een manier waarbij
het juiste nummer bovenop komt.
Ze noemen geen nummers, ze kennen
zogenaamd geen dobbelstenen, maar
waar zijn die drukke gebaren en die
bezige tongen anders zo hard voor
in de weer? De houdbaarheid van de zon?
Het bedreigde panorama van de zee?
De onwil van polders spontaan te exploderen?
Welnee, nummers! Ingekerfd in de vlakken
van wankele dobbelstenen. Tot op het laatste
moedervlekje naakte nummers, die een
vloeibare waarheid vertegenwoordigen
die overal onderdoor stroomt: de kracht
heeft van jou en mij een nummer te maken,
door niemand uitgesproken maar duidelijk
leesbaar op jouw en mijn voorhoofd.
Hoe logisch dat lijdzaam afwachten
geen wijdverbreide optie is, het speeksel
welig tiert en degene die op z’n nagel
bijt een afschrikwekkend nummer vermoedt,
vlak daarna lanceert een fikse spetter spuug.

vier mei op het terras – eric van hoof

Er hangen zonnig lome geschutkoepels,
waaronder bolle glazen als helmen
kalm stomen en de dreigende stilte
niemand verbazen zal met het vangen

van een ijzeren roofvogel die daar
een moment boven deze stad zweefde.
Mensen praten, er is geen kogel die
zwijgen wel afdwingt en het beleefde

laat herleven tussen glas en asbak.
Een honderdtwintig seconden oorlog
die mensen als een strak korset verstikt
en alsnog een ernst van twee minuten

oplegt als de bomen zwanger van mei
reeds de geur van vrijheid ademen.