Sommige mensen zijn gewoon met elkaar of je dat nu wilt of niet
sommige dingen liggen vast, gaan gebeuren, andere blijven open
sommige mensen zijn gewoon met elkaar of je dat nu wilt of niet
je kan erover zwijgen, over schrijven, over spreken, over denken
sommige mensen zijn gewoon met elkaar
of je dat nu wilt of niet
Resultaten voor het trefwoord schrijven
Reizen, communicatie, sociaal gedrag, praten, denken, vrijen, slapen, slapen, vrijen, slapen, slapen, praten, praten, denken, denken, schrijven, eten, schijten, plassen, dromen, dagdromen, nadenken, eten, zitten, schrijven, wakker slapen, denken, niet praten, niet praten, zwijgen, zitten, denken, huilen, huilen, lachje, lachen, denken, schrijven, missen, missen, missen, missen, missen, slapen, slapen, dromen, en opstaan.,
De ochtend begint
langzaam mijn poëzie te ontsteken
in zacht sluimerende ruimte met snurkende hond
en in de hoek het gepruttel van koffie
achter de ruit breekt de hemel
zich open in wolken
en schichtig
héél voorzichtig
begint mijn poëzie
de ochtend te schrijven
telkens als mijn adem stokte
bij elke huivering
en al mijn kippenvel.
altijd als mijn hart
op hol raakte of oversloeg.
alle brokken in mijn keel.
elk dat is even slikken,
ieder blozen, elke blos,
al het gestamel en gestotter.
elke blik en elke aanraking;
de hele verzameling
verwarrende beelden;
ieder woord
een woord teveel,
ieder woord
een woord te weinig.
alle hap-snap,
al het half-affe;
alle kladjes,
alle flarden,
alle losse flodders.
alle flitsen, snippers,
losse eindjes;
stukjes van een lied
wat ik ooit had willen schrijven.
alle foto’s oude vlammen
& de ongeschreven brieven…
hoe geduldig mijn papier.
alle lijstjes, titels,
boeken, films
& plannetjes
& voornemens
& alles wat ik allemaal
nog meer zou doen
& wat er niet van kwam.
herinneringen, namen, wegen, landkaarten
& het heimwee
naar de plaatsen
die ik nooit gekend heb.
& de twijfel ik of werkelijk geweest ben waar ik was.
mijn verhaal gezeefd door
een zelfreinigend geheugen,
vriend en vijand tegelijk.
al het onbeschrijflijks
in mijn machteloosheid.
elke prop en alle proppen.
mijn troost de drank
en het visioen van
een bodemloze prullenbak.
& verder
dat ik nu de tijd al mis
die nog moet komen.
met het het schrijven van poëzie
wordt de beperktheid van taal
in vorm gebracht!
kijk me staan hier op die foto
heb ik nog mijn zondags jurkje aan
ik lach wat tandloos sleep een pop
mijn haar in pippi-langkousvlechtjes
die ik later niet meer wilde
pippi is voor kleine meisjes
ik werd groter ging naar school
leerde schrijven rekenen is nooit
mijn sterkste kant geweest ik droomde
van de batavieren die bij lobith
binnendreven en bij leiden mondden
in een noordzee zonder overkant
alle batavieren hebben vlechtjes
zei mijn moeder maar die wilde
doodgewoon geen klitten kammen
de huishoudschool de derde klas
de tweede keer de laatste want
de hema lonkte eigen geld een
toekomst tussen rookworst ondergoed
cosmetica mijn roodsatijnen broek
glanst in de zon en let eens op
die poedelkop was het anna
of agnetha die me inspireerde
ik weet niet meer ik leerde koken
kreeg een twee in aardrijkskunde
snapte niks van algebra maar mama
zei dat is niet nodig kassa’s
tellen zelf een knappe meid als jij
heeft zo een vent die voor je werkt
en vergeet de rest maar lekker kind
daar staat hij in zijn bakkersbroek
tegen zijn kreidler op te glimmen
hij liep wel tachtig zei hij trots
probeer dat op zo’n puchie en je
ballen trillen vierkant door je strot
om van yamaha helemaal te zwijgen
piloot wilde hij worden ook als
dat moeilijk was met lts maar in
het leger kon je alles worden wat
je wilde als je dat maar wilde
stond de hele wereld voor je open
we zouden op mallorca wonen en
de hele dag niets doen later met
het geld van vliegen en van mijn baan
als mannequin voor marie claire
hij droeg zwart en ik was in het wit
in juli onder een hemel zo blauw
als de familie van het paar dat
waren wij het stralend centrum
van een wereld die bestond uit ons
en later ook de voetbalclub alwaar
hij sluitpost steun en toeverlaat
bij lage ballen ietsje minder stond
er steeds liet nooit een zondag schieten
verder zat hij thuis als hij niet werkte
en las wat over vliegen tot eeuwig
passagier verdoemd want dioptrieën
worden nooit piloot we gingen vrijdag
wel eens bowlen drie vier keer per jaar
wat drinken zonder werk of club
deze is van vorig jaar wat zijn we dik
we trouwden niet om af te vallen en je
wordt geen doelman om te veel te lopen
we lachten wisten niets twee weken later
werd hij aangereden ’s avonds toen hij
terugkwam van zijn werk een lekke band
en regen werd de wao het geld
werd krap wel had hij nu veel tijd
las alles over lindbergh de gebroeders
wright de uiver boeing al wat vloog
legde zijn boek dan peinzend weg en keek
naar buiten naar de eindeloze lucht
op gister na toen stond hij op en ging
naar buiten naar de brug spreidde zijn armen
ogen wijd open voor zijn eerste vlucht
om de van dood doortrokken verzen
werd hartelijk gelachen
de enige die het begreep
was een klein meisje
dat begon te huilen
men vond het mooi prachtig
knap dat je dat kan
daar stond je dan tussen
de grijze muizen en nergens
een plaatselijke schoonheid
versteend met de bloemen
met je ijskoude hand
op je hart te beloven
nooit meer een gedicht
te zullen schrijven
of het moest over haar gaan
XXI
mensen moeten hun kop houden
en minder praten
en minder schrijven
uit verveling
Gisteren schreef ik het nog bij mijn
zelfgezette koffie. Lepeltje erin
en roeren maar. Ik loste alles op
tot het werd uitgewist in het digitale
water van het virtuele net. Ik had niet
eens geknikt ofzo. Verkeerd gemikt met
knoppen. Ik zag mijzelf niet. Een kind
zou het veel beter kunnen. Ik moet ook
weer gaan schrijven met de hand. Kroos
zien als het letters zijn geworden. Wak
hakken in de woorden die ik kies als
“lissen” “handen” en gaan bloeien met
verstand.
ik heb een schrift
met daarin
niet geschreven woorden
waar ik sta ga
is het binnen handbereik
soms lees ik er in
dwingt het mij;
traanogen bedruipen
beduimelden
niet geschreven woorden
schrijven mij
Recente reacties