Uit al hetgeen met verderf is bezaaid,
Prijkt uw schoon enig tegen jaren aan
Dat oogst fijner dan het jongste graan
In bloei hult waarop oneindigheid laait.
Want als des levens komst u zal verzuren
Of de dood in u zoet een tombe delft,
Zal een helle schim ons als wederhelft
In plaag dopen tot het vergane der uren.
Ik zeg u, liefste, met nederige toon
Dat dit schouwspel u in mondain vertoon
Nimmer naar plotrede zal bezingen,
Want aast aarde op mens als sluwe rover
En laat wereld geen vernuft van zich over,
Toch blijft u erfgoed zijner wentelingen.
Recente reacties