Resultaten voor het trefwoord liefste

in infinitum – rob van de zande

Uit al hetgeen met verderf is bezaaid,
Prijkt uw schoon enig tegen jaren aan
Dat oogst fijner dan het jongste graan
In bloei hult waarop oneindigheid laait.

Want als des levens komst u zal verzuren
Of de dood in u zoet een tombe delft,
Zal een helle schim ons als wederhelft
In plaag dopen tot het vergane der uren.

Ik zeg u, liefste, met nederige toon
Dat dit schouwspel u in mondain vertoon
Nimmer naar plotrede zal bezingen,

Want aast aarde op mens als sluwe rover
En laat wereld geen vernuft van zich over,
Toch blijft u erfgoed zijner wentelingen.

voor de liefste mens die er is – maaike klaster

Hij is zo mooi!
Ik zeg lekker niet over wie ik het heb, maar als hij en ik samenkomen,
mochten wij samenkomen, dan zullen wij overal waar wij lopen grote
schoonheid verspreiden, dan gaat overal op aarde het zonnetje schijnen.
Horen jullie hoe hij huilt, om mij? Het wordt tijd dat hij mij schrijft.
Vandaag is de dag dat wij begonnen met lachen; werden onze nachten
– in mijn leven althans – één vreugdevolle nacht. Hij zingt als ik dans.
Toen ik gisteren (wat een koude dag was dat!) in zijn stad een warme
stroopwafel at, terwijl hij met anderen aan tafel zat, zwaaide hij/ik naar
mijn/zijn hart. Dag lieverd!!!

tot zover en bedankt voor alle vis. – brigje otterloo

je missen
en dan zeggen dat er
nooit meer iets als toen
zoals je hier ligt;
een incontinentaal
plat op een kussen

je hoofd een uitgebloeide
bloem waartussen zich
een adem vleit
wanneer de laatste
komt weet je niet

je pols al haast
te dun om aan te
voelen je ogen
kijken uit

de kassen

je moet
gaan vliegen
liefste
moet gaan vliegen
vlieg maar uit.

fumé – ploos

ik zet een bierglas over je heen en
schuif een foto van mijn moeder
altijd voorhanden
onder je kont

je vader woonde hier binnen
je moeder was ’t liefste in de tuin
en andersom
het hadden kruisspinnen kunnen zijn

maar jij bent er
nast schuim en elzas
vanaf de wand
nog even en je eet de suiker
net niet
uit mijn mond

gestold elixer – juvu de ruiter

Als een lelijke oude vrouw heb je de kinderen vetgemest.
De oudste beschermeling, die van de koning, suste je
gekwelde bloed in slaap:
Jij bent de mooiste, de liefste, de meest attente.
De anderen waren ervoor je te dienen tot in de hoogste kelders.
Diep van binnen bewaarde je een gestold elixer van obsidiaan.
Je sloeg het stuk met duizend hamers, walste het tot gritfijn poeder,
mengde het met limonade, elke dag een beetje.
Ingewanden van hen die jou ontschoten zouden zachtjes bloeden;
nooit zouden ze het thuis herkennen dat zij dweilden

memento mori – hanny van alphen

opeens begon het te dagen
vreemd, dat ik het licht niet zag
terwijl het toch aanwezig was

onder handbereik lag het daar
-ik kon het niet geloven-
dat briefje op het dressoir

geen reden die je achterliet
geen kleine woorden, geen liefste
zelfs een aanhef had het niet

wit licht bespeelde ’t papier
en toonde tussen zwarte lijnen
een requiem voor het klavier

mijn liefste, de afgrond – laura mijnders

Staande aan de rand
kijk ik langs de punt van
mijn schoenen
naar de afgrond
onder mij

In het zwart dat
mijn gedachten
nadert,
een oase van rust
wil ik niets liever
dan me storten in
het onbekende

Liefste,
vaarwel
treur niet
treur wel

Staande aan de rand
schuifel ik dichterbij
ik kon het niet
want de ware afgrond
dat ben jij
deze afgrond heeft zich
al genesteld
dieper
en dieper
en dieper val ik
al
in mij

Ik kon het wel
Ik kon het niet
Liefste, treur niet

vrije val – lammert voos

ik was de man die het vaandel droeg en de zeilen streek
ik was de man die voorop ging en het prikkeldraad slechtte
ik was de grafdelver en de dominee was ik natuurlijk ook
en ik was zes kistdragers

ik was degene die de auto bestuurde en de klaar-over bij het zebrapad
en ik was alle kinderen die overstaken; ik was de storm, de regen en
de paraplu die wegwaaide en ik was de oude vrouw die hem
machteloos nakeek

ik was de boer, het gras en het graan, het gemeste kalf en de slager
en ik was zijn mes en de smid die het smeedde en tenslotte ben ik de man
geworden die in de donkere kuil kijkt die hij zelf gegraven heeft
en denkt ‘laat ik wachten, er is misschien nog tijd’

ik heb vele levens geleefd en daarom ben ik vandaag moe
snap je nu waarom ik altijd zo moe ben liefste?

uitvoering – eelke van es

In evenwicht aan tafel
snijdt hij plakken kaas.

Het gaat om schommelen
om recht te mogen snijden.
Precies goed schommelen.

Dus zo is het. Liefste,
daag aan de zomen van dit woud
en het is zomer. Ik slis
en beslis toch dat
uitstel is geen afstel
(het einde is…)
is uitkomst en komt goud.