Resultaten voor het trefwoord duizend

synchroniciteit – peter wullen

een kalief het zwijgen opleggen
de wrede ibn al-mu’tazz
kraakt het motief

ontdekt het causaal verband
tussen woord en gevoelens

ongeveer gelijktijdig
aan de andere kant van de beschaving
in een wereld aan de rand

beklaagt de keltische schone laidan
het lot van cuirithir en
schiet er het leven bij in

in twee duizend en veertien
koppelen we de lenigheid
van de geest aan de fysieke
souplesse

van pangur bán

rivieren en zijarmen – elsje de wit

hoe blank haar huid ook bleek
hoe heet de thee die jullie dronken en al
het moois dat ze je te eten gaf rond dat uur
de rebel lacht goddomme, slaat duizend nieuwe wegen in
met genoeg geld en lef in zijn zakken
de maan boven alles en een kop vol vuur

ik heb de rivier op de voet gevolgd
smeet zesendertig stenen in het gras
pas nu mijn vinger over de landkaart glijdt
weet ik dat de man die mij de tiende steen gaf
onbetwist
de rebel was

ze – bert de kerpel

Beestachtig placht ze
te doorbreken
mijn helse ritten op
nachtelijke paarden
hoefgetrappel en gehinnik
weg te honen.

Plots, alsof ze ’t dagelijks deed
had ze zich in de wei ontkleed
smaragdgroen en bedauwdruppeld.

Een sidderaal gelijk ben ik
trillend opgestaan
gillend op haar af gegaan
al wuivend van de wanden
opgepotte navelpluizen
in wel duizend manden.

Een strik heb ik erom gedaan
want eronder kinderkinnen
keikoppen, een amalgaam
van wraakbeluste zinderingen
één voor één gehersenspoeld
om mij van haar te maken.

loodgieter – bert de kerpel

In mijn fornuis zit een pompbak en
in mijn pompbak zit een lek maar
in mijn hel zitten er duizend.

Het is kaas met gaatjes
die je nooit met een cuttermes
verbinden mag, Pandora
draait zich om in haar graf,
de zotte doos.

Als je het vuur wat aanzet echter,
de kaas – ontvlambaar- opwarmt
tot een hete brok, dan ben ik best
verteerbaar.

na iedere droom was ik een kameel armer – delphine lecompte

Vroeger droomde ik iedere nacht
Dat ik een gemoedelijke kameel had
Maar ik was te jong om hem naar waarde te schatten
Ik was te oud om zonder blozen tussen zijn bulten
Te knikkebollen of mijn hallucinaties te verfoeien
Toen ik hem ruilde voor een tapijt was ik al wees.

Na de ruilhandel ben ik door het oog van de naald
Gekropen nadat ik mijn tapijt had uitgetest
Op de vijfde verdieping van een goktempel
Werd ik verpleegd door een schele touwslager
Die op een pafferige kaarsenmaker leek.

De schele touwslager had een teckel
Ik genas snel om met de hond te spelen
Toen ik was genezen keek iedereen
Op mij neer behalve de hond
Hij was nog altijd een teckel
En hij beval: ‘Steel me en wees goed voor mij!’

Ik heb hem op mijn rug gebonden
En met een ladder zijn we naar beneden gegaan
Op de begane grond heb ik de teckel losgemaakt
Hij snauwde: ‘Geef me een naam en verander van ogen!’
Ik was verbijsterd, wat een brutaliteit: die lenzen had ik
Betaald met mijn onmythische hymen.

Ik heb de teckel weggejaagd
Mijn lenzen was ik liever kwijt dan rijk
Maar ik heb ze uiteindelijk toch gewoon laten zitten
In de woestijn kwam ik mijn kameel tegen
Zonder rancune benaderde hij mij
De tapijthandelaar wilde mij wurgen
Omdat hij dacht dat ik hem kwam afslachten.

Sinds ik een bril draag droom ik nooit
Meer dat ik mijn kameel weggeef
Ik schat hem naar waarde:
Duizend vliegende tapijten en een ouderpaar.

lief – b.vogels

aan het lied dat ik neurie
zal je mij herkennen
aan de kleur van mijn kleren
en de plek waar een litteken staat

je zal me naar de velden leiden
als een gek in een veel te kleine stoel
en tussen duizend tulpen

zal ik je vinden

een varken heeft vier voeten – b. vogels

verwijt me geen sprookjes
van een jaar vol reuzendagen

de wereld wens ik een hoofd
boven water

de armen een keuken
met duizend en één smaken
de zoekers een kudde liefde
met een uitverkoren schaap
wollen dagen zonder knopen
de drukte van een sterrennacht

de dichters bruisende penselen
de kinderen een joelende morgen
met een hele lange snuit

abstract – jelou

Je stelde mij een vraag,
zo eentje die heel kort maar
krachtig
zoals je dat wel vaker doet

en ik,
mijn hoofd vertalend in
waarom en hoe het komt
dat dingen zo gebeuren,
verdwaal in duizend zinnen

van hoe het nu
en voordat je geboren,
waar toen de zon en ik de
weg insloeg die leiden zou
naar wat ik wilde weten

hoe jij dat zou
wanneer jij vroeger was
en ik net andersom

zo eentje die heel kort maar
krachtig
zoals je dat wel vaker doet

verzuchtend met een lach
dat één zin al voldoende.

stuk – rianne oosterom

Geef de liefde wat ze vraagt
gebiedt hij zingend
met zijn grijze krullen

wat ze vraagt
volgens jou
zijn duizend kussen
duizend glimlachen
en driekwart hart

maar wat ze echt vraagt
is opoffering

date (I) – jan holtman

We hielden woord en vast
aan het bevrijdende idee
te moeten wandelen en
we wandelden,

duizend kleuren tussen
zwart en wit, varianten
op wat we al wisten,
wandelen aan het strand,

naar het noorden,
want de zee lag
links van ons

en terug
naar het zuiden,
de zee rechts.