verwijt me geen sprookjes
van een jaar vol reuzendagen
de wereld wens ik een hoofd
boven water
de armen een keuken
met duizend en één smaken
de zoekers een kudde liefde
met een uitverkoren schaap
wollen dagen zonder knopen
de drukte van een sterrennacht
de dichters bruisende penselen
de kinderen een joelende morgen
met een hele lange snuit
kouwe drukte?
Anouk,
Ontroeren dat betrachten we allemaal.
Bedankt voor je reactie!
Ruud,
Ik ken Harry van Kleinhoven niet.
Over die ‘vol’ ga ik eens voluit nadenken, ik denk dat je een punt hebt.
Bedankt voor je reactie!
Bij alles wat ik zeg verandert de wereld in een legbatterij
Het zou een gedicht van Harry van Kleinhoven kunnen zijn.
Laat ik vooraan beginnen.
Ik vind het een foute “vol”.
-vol- is één van de moeilijkere te hanteren woorden in poézieland
Natuurlijk mag je het gebruiken; maar denk er minstens 3 keer over na, is m’n advies
Schrijf dan in dit geval: vol van
De regel die daarna komt vind ik erg mooi trouwens:
“de wereld wens ik een hoofd
boven water”
daar zit ook een fraaie regelafbreking in
“de drukte van een sterrennacht”
vind ik daarentegen weer twijfelachtig;
mij lijkt er een bijvoeglijk naamwoord te ontbreken bij “drukte”
laatste strofe: geen op- of aanmerkingen
graag gelezen zelfs!
Hier zit iets ontroerends in
daar ben je goed in, B
Anouk